Overslaan en naar de inhoud gaan
  • Wat is veilig?

    Informatie

    Plaats als eerste een reactie

    Een beetje stress kan leuk zijn, bijvoorbeeld in een achtbaan.
    Getty Images

    Bonkend hart

    Een beetje stress kan leuk zijn; bijvoorbeeld in de achtbaan. Je lijf maakt dan stofjes aan. Hierdoor klopt je hart sneller, gaat je ademhaling omhoog en is je brein in opperste paraatheid. Zo maakt je lichaam zich klaar om te vechten of te vluchten. Ook nog eens hartstikke handig! Maar als deze stofjes te lang in je lijf zitten, is dat niet gezond. Mensen kunnen dan angstig worden of zelfs depressief. Of zich de rest van hun leven onveilig blijven voelen ook al is het gevaar geweken.

    Avontuur

    Wandelen door een donker bos, de blaffende hond van de buren aaien of iemand in legeruniform voorbij zien rijden. Voor de één voelt dit als een avontuur, voor de ander is het spannend of misschien zelfs eng. Veiligheid is dus voor iedereen wat anders. Voor sommigen is onveiligheid zo alledaags dat ze er wel mee moeten leren omgaan, bijvoorbeeld als er geweld is bij thuis of in de wijk.

    Vertrouwen

    Je veilig voelen, is één van de belangrijkste basisbehoeftes. Pas dan kun je nadenken over onderwerpen als welk beroep je wilt kiezen of in welke sport je goed wilt zijn. Veiligheid zorgt voor vertrouwen in elkaar, in instanties of in de regering. Als dat er is, voelen mensen zich vrij en kunnen en durven ze zichzelf te zijn. Het is dan ook vaak makkelijker om zaken met elkaar te doen of samen te werken.

    Voor de een is een blaffende hond eng, voor de ander aaibaar.
    Voor de een is een blaffende hond eng, voor de ander aaibaar. Getty Images
    Als je gepest wordt op school, kun je je onveilig voelen.
    Als je gepest wordt op school, kun je je onveilig voelen. Getty Images

    TikTok

    Eén op de drie Nederlanders voelt zich weleens onveilig. De media spelen een grote rol bij dit gevoel. Zij berichten vooral en vaak over nare en gevaarlijke dingen. Doordat er de hele dag nieuws voorbij komt, op social media of via websites, kan het lijken dat iets vreselijks heel vaak voorkomt. Vroeger wist je alleen wat er in je eigen dorp of land gebeurde. Nu is nieuws van over de hele wereld beschikbaar en ook nog eens vaak via (live) beelden, bijvoorbeeld via TikTok. Hierdoor lijkt het ook nog eens om de hoek te gebeuren.

    Armoede

    Onveiligheid en armoede hebben veel met elkaar te maken en versterken elkaar. In armere landen of wijken hebben mensen vaker te maken met geweld of onveiligheid. Slecht betaalde banen zijn bijvoorbeeld vaker gevaarlijk en ongezond. Voor mensen met een laag inkomen is de verleiding groter om te beginnen met drugshandel omdat ze dan snel veel geld denken te kunnen verdienen. En gewapend geweld of een (burger) oorlog zorgt ervoor dat boeren hun gewassen niet meer kunnen verbouwen of dat er geen import en export meer is, waardoor armoede toeneemt. Is het ergens veilig? Dan is er minder criminaliteit en blijven mensen vaker wonen waar ze wonen.

    Gevoel

    Wereldwijd is er minder geweld dan ooit. Dat komt onder andere doordat mensen gemiddeld rijker worden. Maar dit betekent niet automatisch dat iedereen zich veiliger voelt. Met veiligheid is namelijk iets tegenstrijdigs aan de hand. Met een duur woord heet dat ook wel veiligheidsparadox. Hoe meer er wordt gedaan om de wereld veilig te maken, hoe banger de burger wordt. Daarnaast is er ook steeds meer afkeer tegen geweld. Vroeger keken mensen bijvoorbeeld voor hun plezier in een arena naar een gladiatorengevecht op leven en dood.

    Globy heeft een reddingsboei
    Globy met bouwhelm op.

    In het ideale geval groeit iedereen op met ouders die liefde en aandacht geven. Maar soms zorgen juist die volwassenen voor gevaar. Zo maken in Nederland één op de acht kinderen thuis geweld mee. Is ergens sprake van kindermishandeling of andere vormen van onveiligheid? Dan zijn er allerlei organisaties die zich over het gezin en de kinderen ontfermen. In ernstige situaties zorgen ze ervoor dat het kind op een andere veilige plek kan opgroeien.

    School

    Opstaan met buikpijn door pestkoppen, gediscrimineerd worden door je klasgenoten of je buitengesloten voelen op het schoolplein. Om goed te kunnen leren is het belangrijk om je veilig te voelen op school. Daarom hebben veel scholen en klassen afspraken over veiligheid in de klas. Hoe ga je met elkaar om? En wat wordt er gedaan tegen pestgedrag?

    Land

    Het is de taak van de regering om te zorgen voor veiligheid voor hun bevolking. Daarvoor zijn wetten bedacht. Worden die niet nageleefd? Dan moeten politie en rechters ingrijpen. Maar niet overal werkt dit systeem goed. Soms misbruiken mensen hun machtspositie om er zelf beter van te worden of om hun familie of vrienden ervan mee te laten profiteren. Dat noem je corruptie. Dit zorgt meteen voor onveiligheid. Burgers weten dan niet meer wie te vertrouwen is.

    Kinderrechten

    Op 20 november 1989 ondertekenden bijna alle landen ter wereld het Kinderrechtenverdag van de Verenigde Naties dat kinderen moet beschermen. Het verdrag bestaat uit 54 artikelen over bijvoorbeeld het recht op voeding onderwijs, gezondheid, vrijheid, veiligheid en het hebben van een dak boven je hoofd. Overheden moeten hiervoor zorgen. Als landen deze regels aan hun laars lappen, worden ze op hun vingers getikt.

    Wereldwijd

    Na de Tweede Wereldoorlog werd de NAVO opgericht om te voorkomen dat er ooit nog zo’n oorlog zou uitbreken. Dit bondgenootschap tussen dertig landen heeft één belangrijke regel: als een land een van deze lidstaten aanvalt, wordt dat opgevat als een aanval tegen álle landen. In de hoop dat alle burgers in deze landen in vrijheid en veiligheid kunnen leven.

    Klimaatverdrag

    Elke tijd kent zijn eigen onderwerpen die zorgen voor onveiligheid. Op dit moment maken veel mensen zich druk over klimaatverandering. Het feit dat de wereld steeds sneller opwarmt, zorgt ervoor dat landschappen veranderen, temperaturen extremer worden, natuurrampen heviger worden en diersoorten uitsterven. Dit zorgt ook voor onveilige situaties voor mensen die op deze plekken leven. Denk maar aan klimaatvluchtelingen die hun woonplaats moeten verlaten omdat het er te heet, te droog of te nat is geworden. Of slachtoffers van aardbevingen, overstromingen en orkanen.

    De wereld is nog nooit zo veilig geweest. Toch voelt dit niet voor iedereen zo. Ook niet gek als je land in oorlog is of als je gepest wordt op school.
  • Polina vertelt over de oorlog in Oekraïne

    Filmpje

    Plaats als eerste een reactie

    In januari verwoestte een Russische raket een flatgebouw in de buurt van het huis van Polina (11) uit Dnipro. "Ik ga er regelmatig heen om de slachtoffers te herdenken." Ze heeft veel stress door de oorlog en op advies van een psycholoog kreeg ze huisdieren. Die zorgen voor afleiding. "Zo denk ik minder aan de oorlog." En haar moeder kocht een Motanka, een traditionele gelukspop. "Die beschermt me dag en nacht."
  • Veehoeders in Nigeria hebben altijd een mes op zak

    Interview

    Plaats als eerste een reactie

    Mustapha uit Nigeria is veehoeder en trots op zijn cultuur.
    Michael Dibie

    Al jaren is er strijd tussen de boeren en de Fulani, een nomadenvolk dat al eeuwenlang rondtrekt door de Sahel en West-Afrika. “We gaan meestal vier keer per week op pad en dan lopen we wel twaalf uur.” Vroeger was er genoeg plek om de dieren te laten grazen en drinken, maar door klimaatverandering is dat er steeds minder. Boeren en veehoeders vechten nu letterlijk om vruchtbare grond. Vijf jaar geleden liep dit conflict zó uit de hand dat er bij gevechten meer dan duizend doden vielen en mensen op de vlucht sloegen.

    Verwijt

    De boeren verwijten de herders dat zij hun koeien op hun land laten lopen. Ook zouden de herders hen bedreigen en zelfs doden. De veehoeders vinden dat ze mogen blijven doen wat hun voorouders en daar weer de voorouders van ook al deden. Er zijn nu ook wel rijke veehoeders die zelf stukken land kopen. “Maar wij hebben daar geen geld voor”, vertelt Mustapha. “Mijn vader wordt betaald door de eigenaar van de koeien, ook een Fulani. Met een paar mannen samen zorgen we nu voor zo’n dertig koeien. Ik ben altijd blij als er één verkocht wordt om te slachten, want dan koopt m’n vader nieuwe kleren voor mij en m’n zus. Ik houd van vlees, maar we eten het eigenlijk alleen tijdens islamitische feestdagen.” Mustapha is trots op zijn cultuur en de manier waarop ze leven. “We proberen onze koeien uit de buurt van het land van anderen te houden. Maar soms worden we toch aangevallen door boeren of doden ze één van onze koeien. Maar aan dit gevaar ben ik gewend. We dragen altijd wapens bij ons, stokken en messen. Ik ook. Ik heb zelf nog nooit een wapen hoeven te gebruiken. Maar als het nodig is, dan zal ik dat doen.”

    De Fulani zoeken vruchtbare grond om hun vee te laten grazen.
    De Fulani zoeken vruchtbare grond om hun vee te laten grazen. Michael Dibie
    Al eeuwenlang trekken de Fulani met hun vee rond.
    De boeren willen niet dat de Fulani op hun land komen. Michael Dibie

    Conflict

    Sinds maart is er een nieuwe president in Nigeria en die wil een einde maken aan het conflict tussen de boeren en de veehoeders. Er waren al langer regels die het de Fulani verbood om met hun koeien door de stad en de omgeving te lopen. Maar er stonden geen straffen op het niet nakomen van die regels. De nieuwe president heeft aangekondigd die regels wel te handhaven. “Ik ben bang dat mijn vader zijn baan verliest en dat we dan helemaal geen geld meer hebben. Mijn vader denkt eraan om met zijn motor als taxi wat te verdienen. Ik vind een motor eng. Maar mijn vader zegt dat het een veiligere baan is dan veehoeder zijn.” De toekomst is voor alle Fulani dus onzeker. Mustapha: “Ik ga ‘s avonds wel naar een school voor nomadenkinderen waar we vooral les krijgen in de islam. Dat is leuk, want dan zie ik mijn vrienden. Maar ik zie geen ander beroep voor me dan veehoeder.”

    “Soms worden we aangevallen door boeren of doden ze één van onze koeien”, vertelt Mustapha (11) uit het noorden van Nigeria. Hij komt uit een familie van veehoeders en gaat met zijn vader mee op pad. “Aan het gevaar ben ik gewend.”
  • "Strenge regels zijn fijn"

    Interview

    Plaats als eerste een reactie

    Nu woont Jayden in een veilig gezinshuis, maar hiervoor woonde hij in een druk pleeggezin.
    Jacob van Essen

    Vroeger kreeg Jayden weleens klappen, maar daarover praten vindt hij moeilijk. Die periode wil hij het liefst vergeten. Vooral ook omdat het nu niet meer gebeurt. Tot zijn zesde woonde Jayden met zijn broer en broertje bij hun ouders in Groningen, maar het lukte hen niet om goed voor hun kinderen te zorgen. In dat soort situaties kan het zijn dat je (tijdelijk) uit huis wordt geplaatst. Bij Jayden thuis was er geen geweld, maar verder kan en mag hij er niets over zeggen. Wel over wat er daarna gebeurde.

    Pleeggezin

    “We gingen naar een heel groot pleeggezin, waar het gezellig was, maar ook wel heel erg druk.” In dat pleeggezin, in een dorpje zo’n vijftien minuten rijden van waar hij nu woont, noemde hij zijn pleegouders papa en mama. “Dat vond ik eigenlijk heel vervelend. Want ik stelde me voor wat mijn echte
    ouders daarvan zouden vinden. Het gaf me het gevoel dat ik tussen hen moest kiezen. Sommige kinderen woonden daar omdat het een geheime plek was. Daarom konden mijn ouders er nooit op bezoek komen. We zagen elkaar wel elke drie weken anderhalf uur, maar dan op een neutrale plek. Bijvoorbeeld op een kinderboerderij hier in de buurt.” Op een avond in september werden ze onverwachts opgehaald door een van hun professionele begeleiders in het pleeggezin: Kinzi. Het geheime adres van het pleeggezin was uitgelekt doordat er een documentaire was gemaakt waar mensen boos over waren en die stonden op het erf. Er werd tegen de jongste kinderen gezegd dat het huis moest worden schoongemaakt en dat ze uit logeren zouden gaan. “Ik moest toen heel snel m’n kleding, schoenen en knuffels pakken. Speelgoed van mezelf had ik niet echt.” Sommige kinderen gingen na een tijdje weer terug, maar Jayden en z’n broer en broertje bleven bij Kinzi. Zij was net haar eigen gezinshuis begonnen. Het is haar baan om te zorgen voor uit huis geplaatste kinderen. Pleegouders zijn vrijwilligers en hebben hier geen opleiding voor gedaan. Kinzi en Jayden hadden altijd al een heel goede band. “Ik durf haar alles te vertellen.” Zoals op oudjaarsdag. “We hadden op het fi etspad vuurwerk afgestoken en iemand had de politie gebeld. Toen die kwam, ben ik snel naar huis gerend om het Kinzi te vertellen. Ik was bang dat ik iets heel ergs had gedaan. De politie kwam aan de deur en zei dat we juist niet hadden moeten wegrennen. Het was categorie één vuurwerk, dus dat mochten we gewoon afsteken. Alleen niet op het fietspad en we moesten de restjes opruimen."

    Jayden is blij dat hij zijn ouders nu vaker kan zien dan toen hij in een pleeggezin woonde.
    Jayden: "We zien onze ouders nu ook vaker." Jacob van Essen
    Sinds Jayden in een gezinshuis woont, voelt hij zich eindelijk veilig.
    Door de strenge regels voelt Jayden zich veilig. Jacob van Essen

    Veilig

    ‘In het gezinshuis is het veel rustiger en we zien onze ouders nu ook vaker. Met pakjesavond kwamen ze hier en Kerst vierden we bij hen thuis. Ik voel me hier heel veilig. Kinzi zorgt ervoor dat ik niet geslagen word. Door niemand. Dat is een van de afspraken die we in huis met elkaar hebben gemaakt. Er mag ook niet geschreeuwd worden. Strenge regels zijn fijn. Ze geven me vertrouwen en zorgen ervoor dat ik weet waar ik aan toe ben en daardoor voel ik me veilig. Ik heb bijvoorbeeld weleens ruzie met mijn broer omdat we ons dan met elkaars klusjes in huis bemoeien. Maar Kinzi komt er dan snel tussen en daardoor stopt de ruzie. Ik ga dan even uit de buurt van mijn broer, bijvoorbeeld door een stuk te fietsen. Dat doe ik ook vaak met de moeder van Kinzi. Ik noem haar ayeeyo, dat is oma in het Somalisch. Maar er is wel één regel die ik wil afschaffen: die over mijn schermtijd.”

    Sinds hij met z’n broer en broertje bij Kinzi woont, voelt Jayden (12) uit Leeuwarden zich eindelijk veilig. “Zij zorgt ervoor dat ik niet geslagen word. Door niemand.”
  • Lente en Floor doen aan zelfverdediging

    Filmpje

    Plaats als eerste een reactie

    Lente (12) maakte iets naars mee met een oudere jongen. Ze durfde dit aan niemand te vertellen. Pas na een jaar deelde ze het met haar moeder. Nu volgt Lente een weerbaarheidstraining om zich veiliger te voelen. Floor (10) had een pestkop in de klas en durft nu veel beter 'nee' te zeggen. Het geheim? "Straal zelfvertrouwen uit en zeg stop!"
  • Polina uit Oekraïne: "Mijn vader bouwde een schuilkelder"

    Reportage

    Plaats als eerste een reactie

    Een Russische raket verwoestte dit flatgebouw in Dnipro, een stad in Oekraïne.
    Dmytro Pylypenko

    De hele stad trilde, die 14 januari. “Een Russische raket raakte een flat in onze buurt. Ik zou daar gaan spelen bij een vriendin. Gelukkig overleefde zij, maar zes kinderen kwamen om en veertig volwassenen. En er waren zo’n tachtig gewonden. Ik ga er nog vaak naartoe om aan de slachtoffers te
    denken. Ik heb er ook een knuffel neergelegd. Het is de plek van mijn ergste nachtmerrie.”
    Het gezin woont dichtbij het vliegveld; een van de belangrijkste doelwitten voor het leger van Poetin. De eerste raketaanval kan ze zich nog goed herinneren. “Ik hoorde een  uittoon en rende naar buiten om te kijken waar het geluid vandaan kwam. In de lucht zag ik een zwart voorwerp. Eerst dacht ik dat het een heel grote vogel was. Het had de vorm van een potlood. Maar toen kwam het op de grond terecht. Niet eens meteen, maar een paar seconden daarna zag en hoorde ik een enorme explosie met heel veel rook. Mijn ouders waren weg en de buurkinderen waren ook alleen thuis. Zij kwamen huilend naar me toe gerend en we hebben ons verstopt in mijn slaapkamer. De hele tijd klonken de sirenes van het luchtalarm. De stroom was uitgevallen, dus ik probeerde wat thee te maken op ons gasfornuis. Pas na vier uur kwamen onze ouders, want zij moesten natuurlijk zelf ook ergens schuilen. Dat leek wel een eeuwigheid!"

    In deze kelder schuilde Polina als er raketaanvallen werden uitgevoerd op haar stad.
    In deze kelder schuilde Polina als er raketaanvallen werden uitgevoerd op haar stad. Dmytro Pylypenko

    Vertrekken

    Polina legt haar tablet weg. De online schooldag zit er weer op. “We gaan nog steeds niet terug naar school omdat die gebouwen geen schuilkelders hebben.” Bijna al haar klasgenoten vluchtten toen Rusland het land binnenviel, eind februari vorig jaar. “Het zou veiliger zijn om ook te
    vertrekken, maar dat wil ik niet. Want ik hoor hier thuis. En ook al is het gevaarlijk, ik wil niet als een vreemde in het buitenland leven. Daar is alles anders. Je moet daar dingen anders doen dan je gewend bent en dat zou me een ongemakkelijk gevoel geven. Ik ben hier geboren en hier wil ik
    ook sterven. We kennen veel mensen die zijn gaan vechten aan het front. Dat vind ik heel dapper. Mijn vader is niet in het leger, maar hij staat wel op de lijst om opgeroepen te worden. Net als heel veel mannen. Ik hoop niet dat hij hoeft te gaan, want dan zou ik me vreselijke zorgen maken.”

    De oorlog kwam onverwachts voor haar. “Ik keek nooit het nieuws en las geen krant. Ik hoorde leerkrachten en ouders wel over de dreiging, maar ik probeerde het niet te geloven. Ik dacht dat het een slechte grap was. Nu volg ik het nieuws wel op de berichten-app op mijn smartphone.” De gevolgen van de oorlog zijn groot, vooral ook voor haar psychische gezondheid. “Ik ben de hele tijd bang en zenuwachtig. Ik verwacht elk moment dat er een bom op ons huis valt. En ik maak me zorgen om iedereen die we kennen die in het leger vecht. En als ik op het nieuws hoor dat er weer een aanval op Kiev is, ben ik bang dat mijn broer gewond is geraakt. Hij studeert daar.”

    De moeder van Polina uit Dnipro kocht een Motanka voor haar, een gelukspop.
    Deze Motanka beschermt Polina dag en nacht. Dmytro Pylypenko
    Op advies van een psycholoog kreeg Polina uit Oekraïne huisdieren tegen de stress van de oorlog.
    Huisdieren helpen Polina tegen de stress van de oorlog. Dmytro Pylypenko

    Psycholoog

    Ondertussen kruipt Yesya spinnend bij haar op schoot en bulldog Buba komt met een speeltje om aandacht vragen. Hij is nog een pup en bruist van de energie. Polina legt uit dat ze de huisdieren hebben genomen op advies van de psycholoog. ”Als ik met ze speel en knuffel, kan ik een beetje ontspannen. Ik kreeg ook de tip om mijn gevoelens en gedachten in een dagboek op te schrijven. Dat helpt met verwerken. Als ik met vrienden ben, koken we wat lekkers, doen bordspelletjes of halen leuke herinneringen op. En ik lees veel. Nu ben ik bezig in Animal Farm maar ik houd ook van gedichten. Zo denk ik minder aan de oorlog.” Toch blijft Polina angstig, vooral als ze alleen thuis is. Haar moeder is advocaat en probeert zo veel mogelijk thuis te werken, maar voor haar vader is dat onmogelijk. “Mijn moeder heeft een Motanka voor me gekocht. Een talisman in de vorm van een pop, die me altijd zal beschermen.”

    Schuilkelder

    Ze trekt haar schoenen aan, loopt naar buiten en daalt de trappen af naar een kelder. Die werd vroeger als opslag gebruikt. Er stond van alles
    wat nooit gebruikt werd. Haar vader ruimde op, maakte een ventilatiesysteem zodat er nu frisse lucht binnenkomt en plaatste een gaskachel.
    “Nu hebben we een schuilkelder voor ons en alle buren. Ik heb hier dagen en vooral ook nachtenlang gezeten. Een keer telden we in twee uur tijd wel dertien explosies. Die gaskachel heeft ons door de winter geholpen, want er was nergens elektriciteit. Door de aanslagen is namelijk het hele stroomnetwerk vernield, net als de waterzuivering. Vandaar dat er ook altijd flessen drinkwater staan. Die halen we van buiten de stad.” Over de toekomst denkt Polina niet zo veel. Ze bidt en hoopt vooral op een goede afloop. “Het is mijn grootste wens dat Oekraïne deze oorlog wint.”

    Vóór de oorlog was Dnipro een gezellige stad.
    Vóór de oorlog was Dnipro een gezellige stad. Dmytro Pylypenko
    Afleiding zoeken, werkt het beste voor Polina (11) uit Dnipro, een stad in Oekraïne. “Zo denk ik minder aan de oorlog.”
  • Niet alleen op straat in Rotterdam Vreewijk

    Interview

    Plaats als eerste een reactie

    **Bold** _italic_
    Uw emailadres wordt enkel gebruikt om mogelijk contact met u op te nemen naar aanleiding van uw bericht en is enkel zichtbaar voor de redactie.
    Damirah woont in de Rotterdamse Vreewijk en vertelt over het gevaar op straat.
    Gino Deira

    Vertel eens iets over de buurt waar je woont?

    “Vreewijk staat in het lijstje van tien gevaarlijkste wijken van Nederland. Er zijn vaak steek- of schietpartijen. Elke tien minuten hoor ik wel een sirene en dan denk ik daar als eerste aan. Laatst werd er bij ons om de hoek iemand neergestoken door een groep jongeren omdat hij hen ergens op aansprak. Als mensen me vragen waar ik woon, dan kennen ze mijn buurt meestal wel van het nieuws. Soms denken ze dan dat ik ook gevaarlijk ben. Maar ik ken niet eens iemand met een mes of een ander wapen. Al helemaal niet op onze school, hoewel er ook daar om de hoek eind maart nog een steekpartij was waarbij iemand zwaargewond raakte. Dat was bij de Jumbo waar ik elke dag boodschappen doe. Het went niet. Toch ben ik er wel aan gewend. Ik bedoel, ik schrik er niet van. Ik ken wel middelbare scholen in een andere wijk waar vaak steek- of schietpartijen zijn. Daar zouden misschien van die detectiepoortjes moeten komen of de school moet eerst alle leerlingen controleren.”

    Kun je zelf iets aan de onveiligheid doen?

    “Mijn ouders zeggen altijd dat ik goed moet oppassen op straat. Ik zorg dat ik in de buurt van mensen ben of blijf. Ik ga wel alleen naar school of naar de papierbak. Maar als ik naar het winkelcentrum wil, ga ik altijd met iemand anders. En als ik in de verte al jongeren zie staan met capuchons op en van die bivakmutsen of van die schoudertasjes, dan ga ik snel een winkel in. Ze zullen niet zo snel iets doen in een menigte. Sommigen doen ook alleen maar stoer en willen gevaarlijk lijken. Maar er zijn ook jongeren die wel echt gevaarlijk zijn en dat zie je niet altijd aan de buitenkant.”

    "Elke tien minuten hoor ik wel een sirene", vertelt Damirah uit de Rotterdamse Vreewijk.
    "Elke tien minuten hoor ik wel een sirene", vertelt Damirah uit de Rotterdamse Vreewijk. Gino Deira

    Zou je ergens anders willen wonen?

    “Ik mag van mijn moeder niet naar een middelbare school in de buurt. Ik ga naar Barendrecht. Maar ik zou niet ergens anders willen wonen. Mijn oma woont bijvoorbeeld in Ridderkerk. Daar is het misschien wel veiliger, maar daar gebeurt nooit iets en het is er stil. Ik houd niet van stilte. Bovendien: iedereen die ik ken en vertrouw woont hier. En mijn vader is heel erg fan van Feyenoord. Als de wind goed staat en we hebben de ramen open, dan horen we het gejuich.”

    * Het is veiliger dan ooit in Nederland. Het aantal geweldsincidenten daalt al jaren. 6 op de 7 burgers voelt zich veilig in de eigen buurt.

    * Toch zijn er steeds meer steekpartijen. Vooral onder jongeren onder de 18 jaar.

    * De politie maakt zich hier zorgen over en controleert vaker op wapenbezit. Afgelopen jaar vonden ze 355 keer een mes of een ander steekwapen.  Dat is ruim 10 keer zoveel als vier jaar geleden.

    * De politie hield afgelopen jaar meer dan 1200 jongeren onder de 18 aan omdat ze een verboden wapen bij zich hadden. Illegaal vuurwerk hoort daar ook bij. In 2019 waren dat er iets meer dan 300 jongeren.

    * In Rotterdam zijn het vaakst steekpartijen. Toch heeft 4 van de 5 Rotterdamse jongeren nog nooit een wapen in zijn bezit gehad of gebruikt. Dat blijkt uit een onderzoek van de Erasmus Universiteit in opdracht van de gemeente Rotterdam.

    In de Rotterdamse Vreewijk woont Damirah (12). Het is een van de gevaarlijkste buurten van Nederland. Hoe is het om daar te wonen?
  • Egypte in het kort

    Informatie

    Plaats als eerste een reactie

    Arabische Lente

    Twaalf jaar geleden was het Tahrirplein in Caïro, de hoofdstad van Egypte, wereldnieuws. Vanaf 25 januari verzamelden zich hier dagelijks duizenden demonstranten. Extra bijzonder was dat vooral de jongeren elkaar via social media opriepen de straat op te gaan. Ze protesteerden tegen de regering en het beleid van de toenmalige president Mubarak die al dertig jaar aan de macht was. Deze protesten waren niet de enige in deze regio. Een paar weken daarvoor was de Jasmijnrevolutie in Tunesië begonnen. En ook in andere Arabische landen kwamen mensen in opstand. Al deze uitingen van woede, frustratie en verzet tegen machthebbers, worden de Arabische Lente genoemd.

    Weg met Mubarak

    De meeste demonstranten in Egypte waren kwaad over de gewelddadige manier waarop de regering met de burgers omging. Maar ook over de hoge werkloosheid, de armoede en het tekort aan voedsel en woningen. Ook vonden ze dat er meer vrijheid van meningsuiting moest komen en dat er een einde moest komen aan de corruptie. Dat betekent bijvoorbeeld dat mensen in hun werk anderen voortrekken in ruil voor geld of cadeaus. De demonstranten hadden als eis dat de president zou aftreden en dat de politieke gevangenen moesten worden vrijgelaten. Die zaten vast omdat ze zich verzetten tegen de regering of een kritische mening hadden.

    Nieuwe president

    De politie greep hardhandig in en tijdens de demonstraties vielen er honderden doden en gewonden. Toch lieten de demonstranten zich niet tegenhouden en na bijna een maand stapte de president op. Er kwamen verkiezingen en politicus Morsi van de Moslimbroederschap werd president. Mubarak kreeg een levenslange gevangenisstraf. Toch was het volk niet tevreden met Morsi. In 2013 waren er nieuwe protesten en deze keer gingen in het hele land miljoenen mensen de straat op. Veel meer dan tijdens de eerste protesten in 2011. Er kwam een staatsgreep: militairen pakten de president op en hij werd ter dood veroordeeld. De Moslimbroederschap werd verboden. Generaal Sisi werd de zesde president van Egypte.

    In dit dorp op het platteland van Egypte woont Mahmoud.
    In Egypte kunnen steeds minder gewassen tegen het veranderende klimaat en de zoute bodem.. Kim Deen

    Mensenrechten

    Ondanks alle veranderingen en wisselingen van presidenten, gaat het met de mensenrechten in het land niet goed. Kort geleden hief de laatste onafhankelijke mensenrechtenorganisatie in het land zich op omdat ze zich zorgen maakten om de veiligheid van hun medewerkers. Zij deden onderzoek naar onder andere de persvrijheid in het land en de situatie van gevangenen. De machthebbers waren hier niet blij mee en er werd geweld tegen de organisatie gebruikt. Vanuit andere landen drukken politici de regering op het hart om beter met haar burgers om te gaan, maar dat heeft tot nu toe nog niet zoveel e ect. De gewone Egyptenaren worden ook in de gaten gehouden door de politie en geheime dienst. Om politieke tegenstanders op te sporen, houden ze bijvoorbeeld bij welke websites iemand bezoekt, wie z’n vrienden zijn, wie er allemaal in welk huis wonen en waar ze naartoe op vakantie gaan.

    Teleurstelling

    Met de economie gaat het slechter dan ooit, alles is heel duur en er zijn nog steeds te weinig banen voor iedereen. Veel mensen zijn daarom teleurgesteld. Ze hadden meer verwacht van alle protesten en demonstraties. Het land heeft verder ook te maken met een veranderend klimaat waardoor het steeds moeilijker wordt om voedsel te verbouwen.Door de stijgende zeespiegel stroomt er vanuit de zee in het noorden van het land steeds meer zout water terug de Nijl in. Dit zout blijft door de verdamping achter in de grond. Niet handig, want er zijn maar weinig gewassen die goed groeien in een zoute bodem. Ook zijn er steeds vaker hittegolven. Er zijn steeds krachtiger pompen nodig om zoet water voor irrigatie naar boven te halen. Ook moeten boeren andere zaden gebruiken om gewassen te verbouwen die tegen de hogere temperaturen kunnen.

    Trots

    Toch is er ook nog een heleboel in Egypte om trots op te zijn. Zo worden er de laatste paar jaar meer bijzondere vondsten dan ooit gedaan: sarcofagen worden opgegraven, er duiken mummies met een gouden tong op en er werd een verloren stad gevonden. Toeval of niet: het komt in elk geval goed uit. Want het land wil trots uitstralen naar het buitenland zodat het beeld wat positiever wordt én er meer toeristen komen. En dus ook laten zien waar Egypte beroemd om is. Er is zelfs een imposant nieuw museum gebouwd in Caïro dat dit jaar zijn deuren opent.

    Globy als mummie
    Bij Egypte denken de meeste mensen al snel aan het verleden met de fascinerende farao’s, piramides en mummies. Maar het Egypte van nu is minstens zo interessant.
  • "Kamelenracen is net als fietsen"

    Reportage

    Plaats als eerste een reactie

    "Je moet een goede band hebben met je kameel." Abdelrahman doet aan kamelenracen.
    Ahmed Zaher

    Het is stil in het trainingskamp dat is omgeven door bergen. De enige geluiden komen van de vogels en de malende kaken van de kamelen. Zoals de meeste dagen stond Abdelrahman vanochtend vroeg op voor de training op de racebaan: een ronde van zes kilometer. Hij oefende hoe strak hij de teugels moet houden of hoe hij zijn benen het beste kan bewegen om de kameel nog sneller te laten rennen. “Mijn bijnaam is de kampioen”, glundert hij. Op zijn vijfde begon hij met kamelenracen. Zijn oom vond dat wel een goed idee en daarom besloot Abdelrahman het te proberen. Respect voor je familie is heel belangrijk in de bedoeïenen-cultuur. Abdelrahman woont hier tijdens het trainingsseizoen met de trainers, een oudere broer en een paar neven. Tijdens zijn laatste race, in een vallei kilometers verderop, werd hij derde. “Als ik dan een foto stuur naar de familie dat ik een prijs heb gewonnen, is iedereen trots.”

    Thuis, in een dorp aan de kust, gaat hij naar school en woont hij in een huis van baksteen en cement met zijn ouders en broertjes en zusjes. Maar hier draait alles om de kamelen en slaapt hij in een soort tent waar bedoeïenen eeuwenlang in leefden toen ze nog met hun vee rondtrokken door de woestijn op zoek naar voedsel voor hun dieren. Dat nomadenbestaan leiden ze niet meer, maar kamelen spelen nog steeds een belangrijke rol in het leven en de cultuur van bedoeïenen. En dat is vooral te merken aan de populariteit van de kamelenraces. De dag ervoor komen de families van verschillende gemeenschappen al samen. Ze zetten grote tenten op en iedereen eet en praat samen bij de kampvuren. Dit is niet alleen gezellig; het zorgt ook voor een eenheidsgevoel. Tegelijkertijd heerst er een vriendschappelijke competitie. Zo schieten de mannen ‘s nachts met geweren in de lucht, voor de lol en ook om indruk te maken. De kamelenraces gaan om plezier én veel geld. De winnaar krijgt bijvoorbeeld een nieuwe auto of een flinke geldprijs. En de kameel die heeft gewonnen, wordt ook een stuk meer waard. Bij de finish schudden de mannen elkaar de hand en schieten ze weer met geweren in de lucht, maar deze keer om de winnaar te feliciteren.

    Tijdens het seizoen van de kamelenraces woont Abdelrahman hier in de Sinaï-woestijn van Egypte.
    Abdelrahman noemt de kamelelen zijn vrienden. Het zijn eigenlijk dromedarissen. Maar in Egypte heten ze 'kameel'. Daarom gebruiken wij ook het woord kameel. Ahmed Zaher

    Sheikh

    Nu heerst er al lange tijd vrede tussen de bedoeïenen. Maar vroeger was dat niet altijd zo vanzelfsprekend. Soms waren er conflicten over land en over water bijvoorbeeld. Abdelrahman hoort bij de Ayayda. Er zijn meer dan twintig gemeenschappen en ze hebben allemaal een eigen leider: de sheikh. Die wordt gekozen uit een van de belangrijke families van de gemeenschap. Bedoeïenen moeten zich aan de Egyptische wet houden. Tegelijkertijd hebben ze hun eigen wetten die al veel langer bestaan dan de Egyptische regering aan de macht is. Als er een conflict is, dan gaan ze naar hun eigen rechter. Er zijn natuurlijk veel overeenkomsten, zoals dat je niet iemand mag doden. Maar de bedoeïenen hebben ook speciale regels die bijvoorbeeld gaan over eer en respect. Sheikhs zullen streng optreden bij beledigingen, vooral aan het adres van iemand uit een andere gemeenschap. Ze lossen dus onderlinge problemen op, zijn verantwoordelijk voor de veiligheid van de gemeenschap en zorgen ervoor dat de relaties met andere bedoeïenen-gemeenschappen goed blijven. De Egyptische overheid vertrouwt erop dat de bedoeïenen onderling die vrede bewaren. De politie en veiligheidsdiensten van het land houden hen daarom minder streng in de gaten dan ze bij andere Egyptenaren doen.

    Vroeger leidden de bedoeïenen een nomadenbestaan.
    Vroeger leidden de bedoeïenen een nomadenbestaan. Ahmed Zaher
    Tijdens het seizoen van de kamelenraces woont Abdelrahman hier.
    Tijdens het seizoen van de kamelenraces woont Abdelrahman hier. Ahmed Zaher

    Stoppen met racen

    Het voeren van de kamelen zit erop voor vandaag. Abdelrahman zoekt een plekje in de schaduw. De trainer kookt rijst met geitenvlees op een gasstelletje. Over een paar jaar moet Abdelrahman stoppen met kamelenraces, dan is hij te zwaar. Ruiters mogen niet meer wegen dan dertig kilo. Abdelrahman weet wel wat hij daarna wil doen: bulldozers besturen of ook trainer worden. Naast Abdelrahman ligt een stapel kleine robots van wel 15.000 euro per stuk. Die worden sinds een paar jaar als ruiter gebruikt tijdens de races. Het idee komt uit Saoedi-Arabië en de Emiraten, waar kamelenraces ook populair zijn onder de bedoeïenen. Een groot voordeel: de robots zijn lichter waardoor de kamelen sneller kunnen. De robots worden op de kamelen gebonden en de trainers besturen ze met een afstandsbediening. Met een klein zweepje krijgt de kameel een seintje sneller of langzamer te gaan. “De jonge kamelen leren hier meteen mee te racen, maar de oudere kamelen kunnen dit nog niet. Ik rijd op alle kamelen.” Kamelen kunnen wel 50 jaar worden, maar ze stoppen met racen als ze 9 zijn omdat ze dan niet meer zo hard kunnen rennen. Abdelrahman wijst naar een grote kameel die is gaan liggen en een kleurige deken over zich heen heeft. Dat is Ali Djan, de snelste van allemaal. Toch heeft Abdelrahman een andere favoriet: Shaheel. "Met hem ben ik eens tweede geworden én heb ik een keer gewonnen." Om goed te kunnen racen moet je een goede band hebben met je kameel, vertelt Abdelrahman. "De kamelen zijn mijn vrienden. Ik verzorg ze, geef ze eten en water, en een deken als het koud is. Kamelenracen is best makkelijk. Ik ben er maar één keer vanaf gevallen. Zodra je het geleerd hebt, vergeet je nooit meer hoe het moet. Net als fietsen.”

    EINDE AAN NOMADENBESTAAN

    Het leven van de bedoeïenenvolken in Egypte is de laatste vijftig jaar flink veranderd. Eeuwenlang leidden ze een nomadenbestaan en trokken ze met hun vee door de Sinaï. Die manier van leven kwam in gevaar door oorlogen tussen Israël en Egypte die de woestijn omstebeurt veroverden. Sinds de Jom Kippoeroorlog in 1973 is de Sinaï weer van Egypte en het land controleert het gebied door zogenaamde veiligheidsmaatregelen. Die bestaan bijvoorbeeld uit militaire posten waar in de gaten wordt gehouden wie waar naartoe reist en waarom. Aan de ene kant is dat bescherming, maar aan de andere kant ook beperking van de bewegingsvrijheid. Iedereen wordt uitgebreid gecontroleerd. En hoewel de bedoeïenen makkelijker de Sinaï in en uit kunnen reizen, is het hierdoor toch moeilijker geworden om nomadisch te leven. Bovendien voelt de woestijn steeds minder als hún land waar ze hun cultuur en tradities in stand kunnen houden. De Sinaï zelf is namelijk ook veranderd, doordat er bijvoorbeeld asfaltwegen zijn aangelegd voor het toerisme. Steeds meer bedoeïenen wonen daarom nu op vaste plekken, vaak aan de kust. Ze werken nu met toeristen en hun kinderen gaan naar school.

    Door Emma van der Zalm

    In een vallei van de Egyptische Sinaï voert Abdelrahman (12) de kamelen. De meeste dieren liggen en kauwen op de grote bossen klaver. Abdelrahman doet aan kamelenracen: een populaire sport bij de bedoeïenen die al eeuwen in de woestijn wonen. Zij hebben hun eigen wetten en tradities en dus een bijzondere positie in Egypte.
  • Tips voor de leerkracht: omgaan met discriminatie in de klas

    Tips voor burgerschapsonderwijs

    Plaats als eerste een reactie

    Hanneke Felten, onderzoeker bij Movisie, bedenkt manieren om discriminatie tegen te gaan.
    MacSiers Imaging

    Is discriminatie een gevoelig onderwerp om in de klas te bespreken?

    “Het is vooral een heel belangrijk onderwerp! Het is iets wat in de Grondwet is verboden en daarmee een heel belangrijk principe in Nederland. Dat is wat je toekomstige burgers mee wilt geven, juist ook op school. We zien in Nederland behoorlijk veel discriminatie. Bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt op basis van huidskleur of culturele afkomst. Daar doen we het ongeveer even slecht als de Verenigde Staten. En kinderen met een handicap worden in ons land geweigerd op reguliere scholen, ook al mag dat wettelijk niet.”

    En hoe zit dat met praten over racisme?

    “Dat is bij mensen van kleur al veel langer een gespreksonderwerp, maar bij witte mensen staat het pas door de Black Lives Matter beweging wat meer op de agenda. Maar ze zijn soms bang racist genoemd te worden en dat maakt het praten erover lastig. Feit is dat veel mensen bewuste en onbewuste vooroordelen hebben. Aannemelijk is bijvoorbeeld dat in het onderwijs vooroordelen en stereotypen over culturele afkomst of huidskleur bijvoorbeeld cijfers van leerlingen beïnvloeden. Het gros van de docenten wil leerlingen gelijk behandelen, maar dat gebeurt zeer waarschijnlijk niet altijd. Een eerste stap is om dat te erkennen en te herkennen.”

    Vanaf welke leeftijd kun je het met kinderen over discriminatie en racisme hebben?

    “We zien dat vooroordelen ook op de peuter- en kleuterleeftijd al heel sterk spelen. Kinderen zijn zeker niet kleurenblind, ook al denken en hopen we dat. Uit het onderzoek Opgroeien zonder vooroordelen van KIS, het Kennisplatform Inclusief Samenleven blijkt dat witte kinderen sneller en liever spelen met andere kinderen die ze ook als wit zien. Dus hoe eerder je hier met kinderen over in gesprek gaat, hoe beter.”

    Globy met vriendje
    Globy in het zwart wit

    Wat als één van je leerlingen wordt gediscrimineerd?

    “Het is heel belangrijk om de veiligheid van dat kind, vooral ook in de klas, te waarborgen. Want pesten is altijd rot, maar als je wordt gepest om iets waar je in de hele samenleving op benadeeld wordt, is dat vaak heftiger. In de klas gepest worden omdat je een gekke bril draagt, is vervelend. Maar je ouders of buurkinderen kunnen die bril juist heel leuk vinden. En daar als je niet op school bent, word je ook even niet meer gepest om die bril. Als het gaat om je afkomst of je huidskleur, dan kan het zijn dat je niet alleen in je klas als minderwaardig wordt gezien, maar ook in de kranten, het journaal en dat je op straat wordt uitgescholden. Dus zorg dat het in de klas in elk geval niet gebeurt.”

    Wat kun je als docent dan zelf doen?

    “Als eerste grenzen stellen: discriminatie is verboden bij wet. Ga dus ook geen discussie aan met leerlingen over de vraag of discriminatie wel of niet kan. En: alles begint bij zelf het goede voorbeeld geven, want dat wordt dan de norm. En dan is het belangrijker wat je doet dan wat je zegt. Behandel alle kinderen in de klas gelijk, en dat geldt niet alleen voor afkomst maar ook bijvoorbeeld voor gender. Let op dat je geen tweedeling maakt tussen ‘wij en zij’, bijvoorbeeld tussen wie wel en niet gelooft. Het uitgangspunt moet zijn: ‘wie ben jij?’ En dat iedereen blij mag zijn met de eigen identiteit. Probeer vooral te zoeken naar overeenkomsten en maak geen categorieën. Als je wilt praten over kerst, dan vraag je ‘Wat ga je doen?’Je vraagt niet: ‘Wie gaat er naar de kerk en wie niet’. Verder: doe ook geen spel met ‘de jongens tegen de meisjes’. Hoe sterker je hokjes benadrukt, hoe meer kinderen gaan denken dat dat dus kennelijk een belangrijk hokje is. En dat leidt weer tot vooroordelen. Terwijl ik denk dat geen enkele docent wil dat kinderen leren onderscheid te maken.”

    Welke tips heb je verder nog voor leerkrachten?

    “Er is in Nederland geen traditie om leerkrachten toe te rusten met bijvoorbeeld anti-racisme skills, zoals ze in sommige delen van de Verenigde Staten wel doen. Het zit niet standaard in de opleiding. Soms krijgen ze wel ‘leren omgaan met verschillende culturen’. Ik raad docenten aan een cursus te volgen over het voorkomen van racisme en discriminatie. Er zijn genoeg trainingen waarin je leert je stereotyperingen en vooroordelen bij jezelf herkennen. Trek er eens een studiedag voor uit. Verder raad ik ook aan om boeken te lezen over mensen die te maken krijgen met discriminatie. Als je hetero bent, lees eens een boek met een homoseksuele hoofdpersoon. Of lees iets over iemand die gehandicapt is. Leer je inleveren in anderen. Dat maakt vaak al een verschil."

    Ga niet met elkaar in discussie over de vraag of discriminatie wel of niet mag en volg een training om vooroordelen bij jezelf te leren herkennen. Dit zijn twee belangrijke tips van Hanneke Felten, onderzoeker bij Movisie. Zij doet onderzoek naar manieren om discriminatie en racisme tegen te gaan.
  • Amana: "Iedereen is uniek"

    Interview

    Plaats als eerste een reactie

    Amana: "Ik wil een voorbeeld zijn voor andere Marokkaanse meisjes om te gaan voetballen."
    Karin Wesselink

    Waarom heb je je voetbalshirt meegenomen?

    “Ik wil inspireren en laten zien dat je kunt bereiken wat je wilt. En ik wil een voorbeeld zijn voor andere Marokkaanse meisjes om te gaan voetballen. Anderen denken vaak dat we dat niet kunnen. Dat is een stereotypering, zowel in Marokko, als in Nederland en ook onder Marokkaanse Nederlanders. Ik denk doordat meisjes in Marokko vroeger niet mochten voetballen. Zij moesten thuisblijven en in huis werken. Ook in Nederland was voetballen lange tijd meer iets voor jongens. Maar doordat het Nederlands vrouwenelftal het zo goed doet, is dat veranderd. Vroeger deden maar driehonderd meisjes mee aan talententrainingen en nu het dubbele. Zelf zit ik in het talentenprogramma van Ajax en het jeugdplan onder veertien van de KNVB.”

    Welke andere stereotyperingen ken je?

    “Eigenlijk houd ik er niet van, maar ik weet wel dat ze er zijn. Zoals dat meisjes met een hoofddoek gedwongen zouden worden die te dragen of dat ze laaggeschoold zijn. Omdat ik zelf ook moslim ben, raakt me dat. Ik vind dat je mensen niet in groepen moet willen stoppen. Je kunt niet op basis van iemands uiterlijk, geloof of culturele achtergrond bij voorbaat denken dat diegene zich op een bepaalde manier zal gedragen. Je zou van mij misschien ook niet meteen denken dat ik als eerste Marokkaanse bij het Nederlands elftal wil spelen.”

    Even over het Marokkaanse elftal...

    “Die hebben geschiedenis geschreven op het afgelopen WK en dit is pas het begin. Over vier jaar nemen zij de beker mee naar huis. Honderd procent. Ik keek de wedstrijden met mijn hele familie. We aten couscous en tajine en ik droeg het Marokko-shirt met de naam van Ziyech op mijn rug. Na elke gewonnen wedstrijd gingen we naar buiten om met de Marokkaanse vlag buiten te lopen. Het maakte me blij en trots. Dat Marokko het zo goed deed, bracht mensen met verschillende culturele achtergronden bij elkaar. Het voelde alsof mensen het Marokko gunden om te winnen. Dat zeiden bijvoorbeeld m’n leerkrachten van het Hervormd Lyceum ook tegen me. Het Marokkaanse elftal heeft ook laten zien dat moeders voorop staan doordat Boufal met zijn moeder op het veld ging dansen nadat ze van Portugal hadden gewonnen. Onze profeet heeft gezegd dat je ouders allebei belangrijk zijn, maar je moeder staat op één. Allemaal positieve dingen wat mij betreft. En toch is het beeld van Marokkanen er niet beter op geworden en dat is jammer.”

    Eigenlijk houdt Amana niet van stereotyperingen. Maar ze weet wel dat ze er zijn.
    Eigenlijk houdt Amana niet van stereotyperingen. Maar ze weet wel dat ze er zijn. Karin Wesselink

    Waar komt dat negatieve beeld door?

    “Dat vind ik een heel moeilijke vraag. Natuurlijk zijn er mensen die dingen doen die niet mogen. Maar er zijn veel meer mensen die met een goed hart leven. Het kan komen doordat er veel negatieve berichten in de media verschijnen. Sommige mensen gaan dan geloven dat álle Marokkanen zo zijn. Ook nu bijvoorbeeld met de rellen tijdens het WK. Terwijl er ook andere hooligans zijn die dingen vernielen. Het doet wel pijn dat er negatief wordt gepraat en gedacht over Marokkanen, want ook al ben ik in Nederland geboren, voel ik me Nederlands en houd ik van drop en boterhammen met kaas... Ik ben óók Marokkaans. Mijn ouders zijn daar geboren en ik ga elke zomer naar Marokko op vakantie. Daar kom ik tot rust en ik houd van de tradities. Net zo belangrijk als het land of de cultuur waarin je opgroeit, is je gezin. Alles samen maakt je tot wie je bent. En iedereen is uniek.”

    Ben je zelf weleens gediscrimineerd?

    “Op de basisschool gebeurde dat om verschillende redenen. Ik denk omdat ik als meisje aan voetbal doe en ook nog als Marokkaans meisje. Ik ben met mijn neef met de ouders van de pesters gaan praten en heb uitgelegd wat het met me deed. Daarna is het gestopt. Mijn neef voelt als een broer, hij staat bij alles naast me. De steun van mijn familie is heel belangrijk. Ze zijn in alles een voorbeeld. Mijn moeder leert me hoe je het beste conflicten kunt oplossen en mijn oom staat elke wedstrijd langs de lijn. Doordat zij me steunen met het voetbal, zijn zij ook een voorbeeld voor andere ouders die misschien nog steeds vinden dat meisjes niet horen te voetballen. Maar ik zal niet snel woorden als ‘buitenlander’ naar m’n hoofd geslingerd krijgen. Ik denk dat iedereen aanvoelt dat ze dat niet moeten doen. Ik sta nu sterk in mijn schoenen en laat niet over me heen lopen. Als ik het gevoel heb dat ik, of iemand anders, oneerlijk wordt behandeld? Dan zal ik er altijd wat van zeggen. Wel op een vriendelijke manier. Daar bereik je het meeste mee.”

    Hoe is het als anderen op basis van je uiterlijk al een oordeel over je hebben? Amana (13) uit Amsterdam vindt het maar stom. “Je moet mensen niet in groepen willen stoppen.”
  • Stop Hanky Panky zingen

    Interview

    Plaats als eerste een reactie

    Xiao Song maakte vroeger ook spleetoogjes als Hanky Panky werd gezongen in de klas.
    Karin Wesselink

    Waar kennen we je van?

    “Misschien heb je het filmpje gezien waarin een klas voor een jarige met een taarthoed op z’n hoofd Hanky Panky Shanghai zingt? Ik speel die jarige. De video is bedacht door Asian Raisins om aandacht te vragen voor anti-Aziatisch racisme. Mijn moeder zag hun oproepje voor een Chinees kind op Facebook en ik vond het meteen leuk om hieraan mee te doen."

    Wat stoort je aan dat liedje?

    “Toen mijn ouders jong waren werd Hanky Panky al gezongen als iemand jarig was. Toen zocht niemand er iets achter, misschien ook omdat er heel weinig Aziaten waren in Nederland. Maar ook in mijn klas werd het gezongen. Ik deed zelfs mee met spleetogen maken, eigenlijk zonder nadenken omdat iedereen het deed. Dan vind je iets vaak heel normaal. Tot ik in groep 5 zat en ik ineens dacht: eigenlijk is dit best vreemd om te doen. Helemaal als er iemand in je klas zit met een Aziatisch uiterlijk. Je spot dan toch met iemand en maakt diegene belachelijk. En waarom zou je zoiets doen als er ook nog een heleboel andere verjaardagsliedjes zijn?”

     

    Xiao Song is Chinees en verzet zich tegen anti-Aziatisch racisme.
    "Verder heb ik niet zoveel ervaring met discriminatie." Karin Wesselink
    De Chinese Xiao Song deed mee aan een video over Hanky Panky.
    De Chinese Xiao Song deed mee aan een video over Hanky Panky. Asian Raisins

    En toen?

    “Ik ben naar mijn juf gestapt om te vertellen wat het met me deed en die snapte het meteen. We zijn er toen meteen mee gestopt. Niemand uit mijn klas had daar problemen mee of vroeg waarom. Ik denk omdat veel van mijn klasgenoten ook een niet-Nederlandse culturele achtergrond hebben. Die begrijpen toch vaak beter dat iets kwetsend kan zijn. Via TikTok en Insta kreeg ik enorm veel positieve reacties op het filmpje, vol begrip en dat is heel fijn. Verder heb ik niet zoveel ervaring met discriminatie. Als vrienden een grapje zouden maken dat ik discriminerend vind, dan zou ik aan ze vragen of ze wel goed hebben nagedacht over hun woorden. Vaak is dat al genoeg.”

    Waarom zou je Hanky Panky zingen als er ook nog andere verjaardagsliedjes zijn? Xiao Song (12) vindt het spotten met iemands uiterlijk. Hij deed mee aan een video over anti-Aziatisch racisme.
  • Noam in de synagoge

    Filmpje

    Plaats als eerste een reactie

    Chanoeka en Pesach vindt Noam (12) de leukste joodse feestdagen. Welke zijn er nog meer? En welk eten hoort daarbij? Hoe is het jodendom eigenlijk ontstaan? En waarom leert hij lezen uit de Thora?
  • Video's over kinderen en hun geloof

    Filmpje

    Plaats als eerste een reactie

    Hindoeïsme

    Een hindoe leeft volgens de regels en tradities van het hindoeïsme en bidt tot hindoegoden. In de video hieronder legt een pandit uit aan Shiven (11) hoe het hindoeïsme is ontstaan en hoe het zit met al die beelden in de tempel.

    Shiven gaat naar de hindoetempel en spreekt een hindoepriester.

    Christendom

    Een christen gelooft in het bestaan van Jezus Christus als zoon van God. In de video hieronder legt dominee Dirk uit hoe het christendom is ontstaan en welke symbolen en rituelen er zijn. 

    Livia gaat naar de kerk en spreekt dominee Dirk over het ontstaan van het christendom

    Boeddhisme

    Boeddhisten gebruiken de leer van prins Siddharta als leidraad voor hun leven. In de video hieronder legt een monnik aan Wanuja uit wat het boeddhisme verder inhoudt. 

    Wanuja gaat naar een boeddhistisch klooster en praat met monnik Bodhi Siri.

    Jodendom

    Gelovige joden geloven in één God. De godsdienst van de joden is het jodendom. Volgens een joodse wet ben je alleen joods als je moeder dat is.

    Noam onderzoekt hoe het jodendom is ontstaan en laat zien hoe hij leert lezen uit de Thora in de synagoge.

    Islam

    Een moslim gelooft dat Allah de enige god is en dat de profeet Mohammed de boodschappen van Allah aan de mensen heeft doorgegeven. Dit geloof heet de islam.

    Anil (11) viert het Suikerfeest na de vastenmaand ramadan.
    Een van de bouwstenen voor burgerschapsonderwijs is Identiteit. Hieronder valt ook religie. Leerlingen leren nadenken over elkaars geloof. Hier staan alle video's per godsdienst onder elkaar.
  • Juichen voor Argentinië in Amsterdam

    Interview

    Plaats als eerste een reactie

    Nurah (links) en Isis waren afgelopen zomer een paar maanden in Argentinië.
    Eigen foto

    Voor welk team zijn de zussen zelf? Nurah en Isis aarzelen geen seconde: voor Argentinië! "Na de vorige wedstrijd tegen Australië was ik zo blij dat ze hadden gewonnen dat ik die nacht in mijn Argentinië-shirt sliep", zegt Isis. "Als ze nu ook winnen, doe ik dat weer!" Hun vader kijkt de wedstrijd met vrienden die óók voor Nederland zijn. Isis: "Dat is gezelliger voor hem dan met ons en de familie van mijn moeder."  

    Messi

    Nurah en Isis waren afgelopen zomer een paar maanden in Argentinië. Ze gingen er naar school en Nurah zat er op voetbal, net als thuis. "Argentijnse voetballers zijn veel sneller en kunnen heel veel trucjes." De zussen voorspellen 1-0 voor Argentinië. Isis: "Ik denk dat Messi gaat scoren, maar niet heel vaak. Want Noppert is een goede keeper." Nurah analyseert de kansen nog wat meer. "Nederland had veel geluk met de tegenstanders in de poule. Argentinië had geluk dat ze verloren, maar toch door konden. Het is jammer dat een van hen naar huis moet, maar het lijkt me voor Argentinië heel erg om te verliezen van Nederland. Ik bedoel: zij hebben Messi in hun team." Wat vinden ze er eigenlijk van dat koningin Máxima voor Nederland is? Isis: "Een beetje raar. Ze is Argentijns! Maar misschien krijgt ze anders van haar man op de kop."

    Dit artikel staat ook in Kidsweek. 
     

    Heel Nederland houdt vrijdagavond z’n adem in tijdens de WK-kwartfinale Nederland-Argentinië in Qatar. Maar voor Nurah (11) en Isis (8) uit Amsterdam is het extra spannend. ‘Onze oma is Argentijns, maar papa is voor Oranje.’