ALIJA (14) en DAJANA (14) uit Bosnië en Herzegovina kennen elkaar al sinds hun achtste. “We kwamen bij elkaar in de klas.” 
In hun vrije tijd gaan ze samen naar de muziekschool. Alija: “Dajana geeft me vaak advies over de liefde. We gaan vaak bij elkaar op bezoek. Als zij er is, eten we geen varkensvlees. Dajana is namelijk moslim, ik niet. Het voelt alsof we familie zijn.”

Tip: Accepteer elkaar.

JAMES (11) en AMAL (11) wonen op het Indonesische eiland Ambon. Hier voerden moslims en christenen oorlog van 1995 tot 2003. James is christen, Amal moslim. “Het is juist leuk dat we verschillend zijn. Onze ouders vinden onze vriendschap geen probleem. We spelen ook gewoon bij elkaar thuis.”

Tip: Waardeer verschillen.

NICOLE (12) en FITNAT (12) gaan naar een school met islamitische, joodse en christelijke leerlingen. Dat is bijzonder in Israël. Nicole: “Mijn familie is christen, maar onze voorouders zijn joods-Russisch. Veel joodse Israëliërs kennen geen moslims. Dan kun je ook geen vrienden worden.” Fitnat woont als moslim in een islamitische wijk: “Mijn buren hebben een hekel aan joden, maar ik niet. Nicole en ik spelen vaak bij elkaar.”

Tip: Kijk met een open blik.

NIVIT (12) en HAMZA (11) wonen in India. Regelmatig zijn daar gevechten tussen groepen hindoes en moslims. Hamza is moslim en Nivit hindoe. “Dat is juist leuk! Mijn moeder nodigt Hamza altijd uit voor onze feestdagen. En andersom vraagt zijn moeder mij ook altijd.”

Hamza: “Mensen mogen best ruzie maken, maar niet over religie. Dat is dom.”

Tip: Maak geen ruzie over religie.

JEAN CLOUDE (11) en FISTO (12) waren twintig jaar geleden nog niet geboren. In hun land Rwanda was toen oorlog tussen twee bevolkingsgroepen: Hutu’s en Tutsi’s. De jongens zelf vinden het niet belangrijk wie van hen bij welke groep hoort. “Wij zijn gewoon het liefste samen.”

Tip: Beoordeel niemand op z'n afkomst.