Overslaan en naar de inhoud gaan
Reportage

Superbonen (of niet?)

In Argentinië groeit veel soja. Pedro woont in de buurt van een sojaplantage. Hij laat zien hoe soja groeit.
Pedro (12) laat zien waar sojabonen groeien.

Overal soja

Een sojaboon is een echte superboon. Je kunt hem voor bijna alles gebruiken. Voor het maken van mayonaise, broodjes, koekjes én voor het maken van dierenvoer. Soja bevat veel eiwitten. Door die voedingsstof groeien varkens en koeien sneller dan wanneer ze alleen gras of aardappelschillen zouden eten.
"Hé, kijk! De bonen zitten in peulen." Pedro uit Argentinië trekt een handvol sojaplanten uit de aarde. Hij staat in het midden van een grote vlakte, vlakbij het stadje waar hij woont. Overal waar je kijkt groeit soja. “Er wonen hier weinig boeren meer,” vertelt Pedro. “Er is geen werk voor ze. Op sojaplantages werken bijna geen mensen. Alles gaat met reuzenmachines, vliegtuigjes en computers.”

Pampa

Het uitgestrekte grasland van Argentinië heet de pampa. Vroeger graasden er koeien. Nu is een groot deel van dit vruchtbare land bedekt met soja. Veel sojaplantages zijn groter dan vijftig voetbalvelden bij elkaar. De eigenaren zijn zelf geen boeren, maar bedrijven. Ze huren de grond. Soja verbouwen is makkelijk. Je hoeft de grond niet om te ploegen, want je kunt het zaad zo op de aarde strooien. Voor het zaaien zijn maar drie mensen nodig. Twee om de zaaimachine te bedienen en één met een mobieltje die alles in de gaten houdt.

Vlees

Argentijnse sojabonen zijn voor de export. Ze gaan in grote containers op schepen naar andere landen, zoals Nederland. De meeste sojabonen worden verwerkt tot meel of brokken. De sojabrokken gaan naar de vleesindustrie. Boeren geven hun dieren graag soja. Ze willen dat hun vee snel en goed groeit. Wereldwijd eten mensen steeds meer vlees, eieren en zuivel. Voor het fokken van al die dieren is veel krachtvoer nodig. Soja dus. Maar aan deze superbonen zitten ook nadelen.

Pedro: "De grote silo's achter mij zitten vol met deze sojabonen. Die gaan allemaal naar het buitenland."
Pedro: "De grote silo's achter mij zitten vol met deze sojabonen. Die gaan allemaal naar het buitenland."

Grassprietjes

Soja neemt veel land in beslag. Matías (12) helpt zijn vader na school met het voeren van 1800 koeien. De koeien staan op een modderig stuk grond achter prikkeldraad. Er is geen grassprietje te bekennen. Er is in de buurt sowieso geen grasland meer te bekennen, want alle grond wordt gebruikt om soja te laten groeien. Op een tractor met aanhanger rijdt Matias langs hun voerbakken. Met een hendel kan hij de bakken automatisch vullen. “Ik vind het leuk om precies goed te mikken!” zegt Matias. Er wordt ook veel bos gekapt om sojavelden te kunnen maken. Matías vertelt: “Per dag krijgt een koe bij ons twaalf kilo soja-, maïs- en zonnebloemmeel. Daar worden ze lekker dik van.”

Gif

Soja verbouwen heeft nog een nadeel. Er wordt veel gif op gespoten. Dat gebeurt vanuit de lucht met sproeivliegtuigjes. Door het gif gaat het onkruid dood dat tussen de soja groeit en sterven de schadelijke insecten. De soja blijft leven. Maar als de wind verkeerd staat, waait het gif ook naar huizen en scholen. Joel (11) zit op een school waar vaak gif naartoe waaide. “Veel kinderen hebben nu last van huidziektes, allergieën en ademhalingsproblemen. Dat komt door het gif.”

Vogels

Joel vertelt verder. “In een andere buurt kwam het gif via de bodem in het drinkwater. De moeders daar waren woedend. Daarom gingen ze naar de rechter. Ze hadden bewijs dat het gif kanker veroorzaakt. De rechter gaf hen gelijk. Degenen die verantwoordelijk waren voor het sproeien zijn naar de gevangenis gestuurd. Sproeien bij woonwijken is nu verboden.”
Met een paar klasgenoten laat Joel de sojavelden dichtbij school zien. “Lange tijd waren hier geen vogels en insecten meer te zien. Het gif had hen gedood. Maar nu zien we ze gelukkig weer.”

Matías is heel handig. Koeien vangt hij met een lasso en de trekker bestuurt hij al vanaf zijn tiende jaar.
Matías is heel handig. Koeien vangt hij met een lasso en de trekker bestuurt hij al vanaf zijn tiende jaar.

Plaats als eerste een reactie