Overslaan en naar de inhoud gaan
Reportage

"Ik dacht dat ik geesten zag"

Irere (8) en haar familie wonen in een stadje aan de rand van een natuurpark in het noorden van Rwanda. De vulkanen, het dichtbegroeide oerwoud en de berggorilla’s die er leven trekken heel veel toeristen. “Vroeger was ik bang voor die witte gezichten.”
De vader van Irere is toeristengids en neemt toeristen mee de bergen in voor gorilla's.
Eva de Vries

Eén dag per week beklimt haar vader met toeristen een vulkaan in het natuurpark. De andere vier dagen trekt Emmanuel met verschillende groepen toeristen het oerwoud in op zoek naar zeldzame berggorilla’s. Tien jaar geleden jaagde hij, net als veel andere mannen uit het dorp, in het natuurpark voor voedsel of om het wild te verkopen. Irere weet: “Hij zette vallen voor antilopen, maar daar kwam ook wel eens een gorilla in terecht.”

Avonturen

Nu is Emmanuel ranger en verdient hij geld als toeristengids. “Zijn lievelingsgorilla heet ‘Keza’”, vertelt Irere. “Zo noemt hij mij ook vaak. Het betekent ‘mooi’ in onze taal Kinyar-wanda.” Emmanuel vertelt zijn kinderen graag over zijn avonturen. “Zoals die keer dat een toerist bijna werd aangevallen door de apenbaas van de groep”, zegt Irere. “Ja, dat was schrikken!” grinnikt haar vader. “Ik hou ook van gorilla’s”, vertelt Irere met een twinkeling in haar ogen, “Ze lijken op ons. Ze eten met hun handen en dragen hun baby op de rug.” De familie woont zo dichtbij het natuurpark dat de dieren een paar keer per jaar op eigen houtje op bezoek komen. “Dan gaan we met z’n allen op een afstandje staan kijken."

Irere: "Ik houd van gorilla's. Ze lijken op ons. Ze eten met hun handen en dragen hun baby op hun rug."
Irere: "Ik houd van gorilla's. Ze lijken op ons. Ze eten met hun handen en dragen hun baby op hun rug." Eva de Vries

Uitsterven

Toeristen betalen 1300 euro per persoon voor een ontmoeting met de gorilla’s. Veel mensen hebben dat er graag voor over. Irere: “Gelukkig zien wij ze gratis.” Berggorilla’s leven alleen nog in het stukje oerwoud op de grens van Rwanda, Uganda en Congo. Oorlog, ontbossing, ziektes en stroperij zorgden ervoor dat de dieren bijna uitstierven. Op het dieptepunt waren er nog maar 250 over. Door onderzoek en betere bescherming is het aantal de afgelopen jaren ink gegroeid naar ruim 1000 vorig jaar.

Irere eet met haar familie uit een grote schaal.
Ook al is Irere nu niet meer bang, ze vindt de toeristen wel soms een beetje gek. Eva de Vries
De oma van Irere maakt deze gorilla's van hout: priegelwerk.
De oma van Irere maakt deze gorilla's van hout: priegelwerk. Eva de Vries

Trekpleister

Het noordelijkste puntje van Rwanda is dé toeristische trekpleister van het land. Af en toe neemt Emmanuel een groep toeristen mee naar huis. “Eerst rende ik altijd weg”, herinnert Irere zich. “Vroeger was ik bang voor de witte gezichten, ik dacht dat ik geesten zag! Maar nu niet meer. Ik ben aan ze gewend geraakt.” Ook al is Irere nu niet meer bang, ze vindt de toeristen wel soms een beetje gek. “Ze eten met mes en vork, wij eten de aardappelen en bonen met onze handen”. Irere ziet ze ook soms joggen door hun dorp, hijgend en zo rood als een tomaat. “Dan rennen we achter ze aan. We vragen ons af waarvoor ze op de vlucht zijn!” grinnikt ze.

Amerika

Volgens Irere komen de meeste toeristen uit Amerika. “Daar wil ik later ook naartoe. En dan word ik dokter.” Haar vader geniet van het contact met de toeristen. “Ik heb goed Engels leren spreken en ik heb heel veel geleerd over andere culturen, bijvoorbeeld hoe mensen Kerst vieren of hun verjaardag.”

Souvenir

Door het toerisme is het leven van Irere’s familie verbeterd. Dat komt voor een groot deel door Emmanuel’s nieuwe baan, maar ook door de winkel die de familie nu heeft. Daar verkopen Irere’s oma en andere vrouwen zelfgemaakte souvenirs zoals manden en wandelstokken. “De uit hout gesneden mini gorilla’s zijn populair, maar het is priegelwerk om ze te maken.” Irere, haar ouders en twee broertjes wonen in een mooi stenen huis in het nabijgelegen stadje Musanze. “Ik ga naar een goede school en we eten twee maaltijden per dag”, vertelt ze.

Helaas is toerisme niet alleen maar goed voor Irere's familie. Haar grootouders moeten binnenkort verhuizen en ze weten niet waar naartoe.
Helaas is toerisme niet alleen maar goed voor Irere's familie. Haar grootouders moeten binnenkort verhuizen en ze weten niet waar naartoe. Eva de Vries

Geluk

In het weekend gaat ze vaak op bezoek in Kabatwa, een dorp nog dichterbij het natuurpark. Hier woont haar oma en is het souvenir- winkeltje. Bekenden zwaaien naar de familie en wisselen laatste nieuwtjes en roddels uit. “Vooral als mijn vader zijn rangeruniform draagt, kijkt iedereen tegen hem op”. Irere deelt snoepjes uit aan de tientallen kinderen die in een kluitje om hen heen staan. Ondanks de extra inkomsten uit toerisme zijn de meeste mensen in Kabatwa en omstreken nog steeds arm. “Voor sommige mensen is er zelfs niets veranderd. Wij hebben echt geluk gehad”, zegt Emmanuel.

Verhuizing

Toerisme is helaas niet alleen maar goed voor Irere’s familie. “Het aantal gorilla’s is zo hard gegroeid dat de regering het park groter wil maken”, legt Emmanuel uit. Irere’s opa en oma en andere inwoners van Kabatwa moeten daarom over een paar jaar hun huis uit. Oma ziet de toekomst somber in. “We zijn erg gehecht aan dit huis en we weten niet waar we terecht gaan komen.” Emmanuel begrijpt dat, maar is ook blij dat het zo goed gaat met de gorilla’s. “Ik ben trots op mijn rol in de bescher- ming van het park. En hoe beter het gaat met de natuur en de gorilla’s, hoe meer toeristen en hoe meer inkomen.” Irere is het met haar vader eens. “Maar het is wel heel zielig voor opa en oma”.

Plaats als eerste een reactie