Baraa’s eigen huis is niet beschadigd en staat nog steeds overeind. "Ik woon heel dichtbij de begraafplaats en mijn vader nam me altijd al mee. Ik ben dus wel gewend om overleden mensen te zien en om te helpen met een graf te graven. Ik bezocht de doden vaak om uit de Koran te lezen en te bidden voor hun ziel."
Iets doen
Al een paar uur na de aardbeving van vorige week werden de eerste overledenen naar de begraafplaats gebracht. "Omdat alle volwassen mannen met hun blote handen aan het zoeken waren naar overlevenden onder het puin, zijn mijn vrienden, buurjongens en ik de graven gaan graven. We kwamen zelf op het idee, omdat we graag iets wilden doen. We zijn wel tien uur per dag bezig." Het is zwaar werk, vooral ook door het slechte weer van de afgelopen tijd. En ’s nachts zakt de temperatuur tot het vriespunt waardoor de grond hard is.
Niet bang
Baraa is niet bang voor de dood. "Uiteindelijk sterven we allemaal. Maar het is wel heel verdrietig om zoveel doden tegelijk te zien. Het moeilijkste is het als we een graf graven voor een kind van onze eigen leeftijd." Toch geeft het hem vooral een goed gevoel. "Gelukkig kan ik helpen. En ik denk ook aan de beloning die ik na mijn eigen dood krijg van Allah. Want voor de doden zorgen, levert je veel zegeningen op."
Tekst: Hassan Ali


Plaats als eerste een reactie