Werk je op het land van je ouders?
“Nee, deze pindaplanten zijn van de buren. Zij hielpen ook bij onze oogst, drie weken geleden.
Onze pinda’s zijn ondertussen al gedroogd en opgeborgen in een hoge, van gras gevlochten korf. Die staat op ons erf. Onze buren gaan ook zo’n opbergplaats maken.”
Wat doe je normaal op een vrije dag?
“Ik sta om zes uur op, veeg het erf voor ons huis, was de borden en haal water met een emmer op mijn hoofd. Alleen dat laatste kost al een uur. Daarna ga ik koken. Meestal msima (maïspap) en groente, vermengd met pindameel. Ik eet met mijn ouders en mijn tweelingzusjes Nyuma en Phengera. Ze zijn pas drie jaar.
Werk je dan alleen maar?
“Nee, hoor. Na het ontbijt ga ik voetballen en hinkelen.”
Wat wil je later worden?
“Politievrouw.”


Vertel eens waarom.
“Om boeven te vangen. Dieven stelen de oogst van het land.
In de streek waar wij wonen, gebeurt dat steeds vaker. Daarom laten mensen hier hun pinda’s niet meer op het land drogen. Ze leggen ze op het erf, zo dicht mogelijk bij hun huis.”
Is er bij jullie wel eens iets gestolen?
“Ja, vorig jaar. Geen oogst die op het land lag te drogen, maar wel tien kilo pinda’s die al gepeld waren. Dat is veel werk! Mijn vader was woedend. Hij ging naar de leider van ons dorp om zich te beklagen.”
Is de misdaad opgehelderd?
“Ja, een oom van ons had het gedaan. Hij had al vaker van anderen gestolen. De leider van het dorp heeft hem ondervraagd en hij bekende. Hij had alle pinda’s op de markt verkocht. Zijn straf was dat hij het geld aan ons moest terugbetalen.”
Zou je Malawi een land vol dieven noemen?
“Dat niet, hoor. Het is vooral een arm land. Het kost veel moeite om aan voedsel te komen, je moet er hard voor werken. Maar hier is altijd vrede. De mensen houden te veel van elkaar om oorlog te voeren."
Plaats als eerste een reactie