Het is altijd lawaaiig en druk in de smalle straatjes van Varanasi. Riksja’s en auto’s rijden toeterend langs hoog opgestapelde boomstammen en takken. Houthandelaren doen op de stoep zaken met rouwende families, vrouwen huilen en mannen chanten de naam van Rama, een van de hindoegoden. Vaak ziet Seema onderweg naar school in doeken gewikkelde lichamen, rustend op bamboe dragers. Sommigen versierd met bloemenslingers. Voor hindoes is Varanasi een van de meest heilige plekken op de wereld. Ze geloven dat Shiva, een van hun goden, deze stad heeft gesticht. Als je as hier in de Ganges wordt uitgestrooid, dan hoeft je ziel niet opnieuw geboren te worden. Dat zien hindoes als verlichting en dat is een van de belangrijkste dingen in het leven van een hindoe. Hoogbejaarde of ongeneeslijk zieke gelovigen reizen daarom naar Varanasi om hier hun laatste dagen te slijten. Als je hier sterft, weet je zeker dat je as hier uitgestrooid kan worden. Anderen brengen met familie of naaste buren een overleden geliefde voor een traditionele crematie op hout in de open lucht. Pelgrims en toeristen uit binnen- en buitenland komen ook in grote aantallen. Zij zijn gewoon nieuwsgierig en willen de uitgebreide rituelen met eigen ogen zien.

Doodgewoon
Voor Seema is alle drukte en belangstelling doodgewoon. Alles gaat zoals het al jaren gaat. Ze stelt er geen vragen over en heeft er geen mening over. Zij probeert deze ochtend, net als altijd, op tijd in de klas te komen en ze trekt wat extra aan de hand van haar broertje als ze weer langs een groep treurenden lopen. Zij is de eerste in haar gezin die leert lezen en schrijven. “Mijn ouders zijn nooit naar school geweest. Ik hoop dat ik later kan gaan studeren. Veel verder kijk ik niet.” Vrouwen in haar familie doen het huishouden en blijven vooral binnen. De mannen hebben een bijzondere taak. Al generaties lang bewaken zij het vuur in de tempel dat ze doorgeven aan degene die de brandstapel aansteekt. Vroeger was dit een erebaantje en kregen ze soms een stuk land als beloning. Nu worden ze gediscrimineerd, ze worden als ‘vies’ gezien doordat ze in de buurt van de doden komen. Het is voor hen moeilijk een andere baan te vinden.
Kastenstelsel
Seema en haar familie behoren tot de laagste kaste in het zogenaamde kastenstelsel van India. De samenleving bestaat uit verschillende kasten en deze groepen worden niet gelijkwaardig behandeld. Hindoes geloven dat als je in de ene kaste geboren bent, je voor altijd in die kaste zult blijven. Mensen uit de laagste kaste knappen meestal de zware en smerige klussen op.


Brandstapels
Seema’s vader werkt slechts eens in de vier maanden op de plek van de brandstapels. Het werk moet verdeeld worden tussen alle familieleden. Seema: “Als hij dan thuiskomt, stinkt hij naar rook. Hij gaat zich eerst uitgebreid wassen voordat hij ons aanraakt of gaat eten of drinken.” De rest van de tijd verkoopt haar vader de doeken waar de doden in worden gewikkeld, de witte gewaden die de rouwenden dragen en ghee: een soort vloeibare boter waarmee het hoofd van de overledene wordt ingesmeerd om de crematie te versnellen.
Het cremeren op brandstapels heeft ook een paar nadelen. Jaarlijks worden er in India zo’n 50 miljoen bomen gekapt, alleen voor de traditionele crematies. Gemiddeld is zo’n 300 kilo hout nodig om een lichaam helemaal te verbranden. Pas dan zou de ziel die verlichting krijgen. Maar niet iedereen heeft geld voor zoveel hout. Het gebeurt weleens dat de nabestaanden niet wachten tot het hele lichaam is verbrand en dan belanden er weleens wat lichaamsdelen in de Ganges. Niet iedereen vindt dat een fris idee. Zo’n traditionele crematie op hout is ook nog eens tien keer duurder dan een crematie in een elektrisch crematorium. Die zijn er namelijk ook in Varanasi. En ook daar kunnen de overblijfselen verzameld worden en in de Ganges uitgestrooid.
Wat minder traditioneel gelovige hindoes kiezen voor zo’n moderne crematie omdat het minder tijd kost én beter voor het milieu is. Want bij een crematie in de open lucht op een brandstapel komt heel wat CO2 vrij. Streng gelovigen zijn hier niet voor te porren. Ze vrezen dat hun ziel dan geen verlichting krijgt en dat is voor hen het allerbelangrijkste. Seema’s vader is dan ook totaal niet bang dat zijn bron van inkomsten zal verdwijnen. Wel hoopt hij dat zijn zoon een andere baan zal vinden, want ondertussen is de familie zo groot geworden, dat er niet voor iedereen genoeg mee te verdienen is.



Vlammen en rook
Brede betonnen trappen voeren naar een smalle strook land naast de Ganges. Hier veranderen de boomstammen en takken in brandstapels. Er zijn altijd wel een paar crematies tegelijk bezig. De hitte slaat de rouwende nabestaanden en toeschouwers in hun gezichten, de vlammen zorgen voor een waas voor hun ogen en de rook prikt in hun ogen en longen. Volgens de tradities zijn vrouwen en meisjes hier niet welkom. Waarom precies niet, is moeilijk uit te leggen. De een zegt: ‘omdat het altijd al zo is geweest’. De ander vindt vrouwen te gevoelig, of fysiek niet sterk genoeg om een dode te tillen of een brandstapel te maken. Er wordt ook wel gedacht dat vrouwen onrein zijn en dat de aanwezigheid van vrouwen een vloek is waardoor de ziel van de dode geen verlichting krijgt.
Hindoepriester
Daarom heeft Rohit (10) vandaag een heel belangrijke taak. Hij moet de brandstapel van zijn broer (22) aansteken. Meestal doet de oudste zoon van de overledene dit, maar Rohit’s broer had nog geen zonen. In dat geval wordt iemand anders gekozen. Het gezin komt uit het dorp Chaundali, zo’n 45 kilometer verderop. Rohit begon zijn dag in Varanasi met het kaalscheren van zijn hoofd, als teken van rouw en om zichzelf te reinigen. Daarna bond hij een witte lap om zijn lichaam. Een hindoepriester gidst hem nu door alle rituelen, die uren duren. Als er van zijn broer niet veel meer over is dan botjes en as, gooit Rohit vier keer water uit de rivier op het vuur. Met een flinke zwaai belandt de volle kruik de vijfde keer op de brandstapel. Nu is het tijd voor zijn eigen onderdompeling in de Ganges, om hem schoon te wassen. Hierna trekt hij zijn spijkerbroek weer aan en gaat de familie terug naar het dorp.
Plaats als eerste een reactie