Waar ben je geboren?
“Tot drie jaar geleden woonde ik in Japan, om precies te zijn in Tokio, in een wolkenkrabber van 47 verdiepingen. Een van mijn eerste herinneringen is de grote aardbeving van 2011, toen ons hele gebouw heen en weer bewoog. Ik was op de kinderopvang onderin de flat en hoorde allemaal telefoonalarmen afgaan als waarschuwing. Iemand rende naar binnen en gilde dat we onze helmen op moesten zetten. Aardbevingen gebeuren zo vaak, dat je eraan gewend raakt. Maar dit was wel een heel grote. Gelukkig was ons huis stevig genoeg zodat het bleef staan.”
Aan welke andere dingen raakte je gewend in Japan?
“Wat ik juist altijd moeilijk vond, is dat je er eigenlijk geen eigen mening mag hebben. Je moet vinden wat iedereen om je heen vindt. Omdat mijn ouders het belangrijk vinden dat ik goed Engels leer, zat ik in Tokio op een internationale school met ook veel Japanse kinderen. Eerst hoorde ik in hun groepje, maar omdat ik niet mee wilde doen met iemand pesten, werd er over me geroddeld. Toen ik er ook nog op werd aangesproken, heb ik maar m’n eigen groepje gemaakt met jongens uit Canada, Indonesië, Zuid-Korea en Sri Lanka.”
Hoe is het om Japans te zijn?
“Japanners zijn heel erg van de goede manieren en beleefd zijn. Maar ik realiseer me dat ik dat niet altijd ben. Ik ontmoette een keer een heel gigantische sumo-worstelaar en hij vroeg me of ik ook aan sumo wilde gaan doen. Toen antwoordde ik heel eerlijk dat ik niet wilde, maar dat ik aan golf doe. Achteraf denk ik: dat was helemaal niet aardig van me. Ik vind het goed om rekening te houden met de gevoelens van de ander. Door de jaren heen heb ik van mijn ouders geleerd hoe ik mijn boodschap beter kan verpakken zelfs als ik iemands voorstel afwijs. We worden buiten Japan wel heel makkelijk als toerist gezien en ik denk dat we daardoor een groter risico lopen beroofd te worden. Dat is ook al een keer gebeurd, in de laatste trein van België naar Amsterdam. De politie op het station zei toen dat dit Aziaten vaak overkomt.”

Hoe is het om Japanner in Nederland te zijn?
“Mensen denken eigenlijk nooit dat ik Japans ben. Eerder Chinees of Koreaans. Er is weleens iets shockerends gebeurd: toen trokken mensen spleetogen en zeiden iets in bedacht Aziatisch. Sinds corona er is, is het ook weleens gebeurd dat iemand tegen me zei dat het mijn schuld is dat het virus er is. Voor veel mensen zijn alle Aziaten hetzelfde, maar het is ook moeilijk om het verschil te zien. Je kunt het misschien aan onze achternaam zien of aan ons accent in het Engels horen."
Wat vind je mooi aan je cultuur?
“Ik ben gek op ons eten en ik vind het fijn dat familie heel belangrijk is, ook je overleden voorouders. We geloven dat ze ons vanuit de hemel op aarde beschermen. Elke zomer vieren we het festival van de doden die terugkeren naar de aarde: Obon. Dat duurt van 13 tot 16 augustus en iedereen reist dan, als het kan, naar zijn of haar geboortehuis om met de ouders, broers en zussen het graf van de de overledenen te bezoeken. Nu is het door corona moeilijk om terug te gaan naar Japan, maar we eren onze voorouders thuis.”
Waar voel je je het meest thuis?
“Eigenlijk overal waar ik tot nu toe heb gewoond. In Japan voel ik me wel meer Japans, omdat daar meer Japanners om me heen zijn. In mijn klas is één andere Japanner. Verder zitten er vooral veel Amerikanen in mijn klas. Ik ben blij dat ik niet naar een Japanse school ga. Uit verhalen van vrienden weet ik dat de leerkrachten daar heel streng zijn. Veel Japanse ouders zijn ook streng. Ze leggen veel druk op hun kinderen dat ze overal de beste in moeten zijn. Gelukkig zijn mijn ouders niet zo.”
Plaats als eerste een reactie