Mehraj rent in het donker naar de waterpomp om zich in te zepen. Daarna gaat hij naar binnen voor het avondeten. Morgen moet hij weer vroeg op voor zijn werk in de leerfabriek. Hij maakt lange dagen. Soms werkt hij twaalf uur op een dag. “Werken is gewoon voor me geworden,” vertelt Mehraj. “Het enige wat ik doe is werken. En thuis speel ik met mijn tol!”
Leerfabrieken
In Dhaka, de hoofdstad van Bangladesh, staan meer dan tweehonderd leerlooierijen. In deze fabrieken maken ze leer van koeien- en geitenhuiden. Het werk in een leerlooierij is vies en gevaarlijk. De arbeiders werken met giftige stoffen, vaak zonder beschermende kleding. De huiden moeten ze snijden en bewerken met scheermesjes en ouderwetse machines. In de fabrieken werken ook kinderen. Omdat hun families arm zijn, moeten zij meehelpen met geld verdienen.

Vader
Mehraj werkt al sinds zijn zesde jaar. “Toen mijn man verlamd raakte kon hij geen geld meer verdienen. Daarom moest Mehraj van school,” vertelt zijn moeder. “Met mijn man ging het steeds slechter, hij overleed drie maanden geleden. Toen we allebei werkten, hadden we elektriciteit. Nu niet meer. Er is nauwelijks genoeg te eten. Ik werkte zelf in een leerlooierij, maar mijn gezondheid is nu te slecht. Werken is beter voor Mehraj dan op straat hangen met jongens die drugs gebruiken.”
Hoge cijfers
Mehraj herinnert zich nog dat hij als zesjarige naar school ging: “Ik haalde hoge cijfers.” Nu kan hij nauwelijks meer tot dertig tellen. Ook lezen en schrijven lukt niet meer. Mehraj wrijft over zijn rechtervoet. De huid bij zijn achillespees is ontstoken. Dat komt door de chemische stoffen waarmee hij werkt.


Riolen
De volgende ochtend vertrekt Mehraj in de dichte mist naar zijn werk. Hij loopt over de zandvlaktes en langs de open riolen waar het afvalwater uit de looierijen terecht komt. Het water vervuilt niet alleen de rivieren, maar ook de grond en de lucht. De bewoners klagen over koorts, huidziektes en diarree. Ze weten zeker dat het door chemicaliën komt.
Offerfeest
“Goedemorgen Mehraj!” roept Mohammed Mohsin. Hij is de opzichter. Mehraj werkte al eerder met hem in een andere leerlooierij. Mohsin is voor Mehraj veel aardiger dan voor de andere jongens. Hij vindt het niet erg dat Mehraj soms kletst tijdens het werk. “Het is zwaar hier, maar het went wel,” vertelt Mohsin. “Na het Offerfeest, een belangrijk feest voor alle moslims hier, moeten we extra hard werken. Gelovigen slachten dan als offer voor God miljoenen koeien, schapen en geiten. Wij kopen de huiden van al die dieren. Na een dag werken tijdens het Offerfeest zijn we van top tot teen bedekt met viezigheid. We stinken!”
Plaats als eerste een reactie