
Kiem Foei - tjauw min
Eigenlijk eet Codey (12) nooit in het Surinaams-Chinese restaurant van zijn moeder. “We gaan wel vaak uit eten: Vietnamees of naar de Koreaanse grill. Ik vind bijna alles lekker, maar als ik bij mijn vader thuis mag kiezen, wil ik graag taco’s met gehakt en veel kaas. Mijn moeder kookt niet zo vaak, maar ze kan wel veel verschillende gerechten maken: Surinaamse pindasoep, okersoep en de Chinese bapao. Dat heeft ze van haar oma geleerd, mijn overgrootmoeder. Die is geboren in een dorp in het zuiden van China. Ze werd uitgehuwelijkt aan mijn overgrootvader toen hij al in Suriname woonde.”
Het meest verkochte gerecht bij Kiem Foei is tjauw min: bami met drie soorten varkensvlees en één soort kippenvlees. De manier waarop het varkensvlees is klaargemaakt, is typisch Chinees. “Maar in China zou je dit met rijst eten. Nooit met bami. Deze variant is in Suriname ontstaan.” Zijn opa kwam na de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 met zijn ouders naar Rotterdam en opende het restaurant. “Mijn Chinese overgrootmoeder kon helemaal geen Nederlands, alleen Chinees. Ik kon niet echt met haar praten. Dat was soms wel jammer, maar we begrepen elkaar toch wel. Mijn moeder gaat vaak op vakantie naar Hongkong, maar het dorp waar haar oma vandaan komt heeft ze maar één keer gezien. Ik zou wel een keer naar China willen.”

Warung Gareng - saoto soep
Na schooltijd helpt Lisa (10) vaak in de keuken van het Surinaams-Javaanse restaurant van haar familie. “Ik pak de afhaalbestellingen in of garneer de borden met peterselie en uitjes. Maar ik speel ook vaak met mijn nichtje in de kamer boven het restaurant.” Typisch Surinaams-Javaanse ingrediënten kent ze niet, maar ze weet wel welk gerecht het meest populair is bij Warung Gareng: de saoto soep. Dat is bouillon met kip en allerlei kruiden uit Indonesië zoals sereh, laos, salam, nootmuskaat en piment. “Ik vind de saoto hier het lekkerst. Maar thuis eet ik meestal Spaanse dingen zoals tortilla en paella. Mijn vader is Spaans en hij kookt bijna altijd. Mijn lievelingsgerecht is trouwens pasta met kipfilet. Dat is niet Spaans en niet Surinaams.”
In de Surinaams-Javaanse keuken vind je geen varkensvlees. “De meeste Javanen zijn moslim en zij mogen dat niet eten van hun geloof. Mijn moeder is ook moslim, maar ze doet er niets aan. Mijn ooms wel, die vasten tijdens ramadan en gaan naar de moskee. Mijn nichtjes doen aan traditionele Javaanse dans. Dat vind ik heel mooi, maar ik wil zelf graag op Afrikaanse dansles.” Lisa’s moeder groeide op bij haar grootouders in Suriname. Daar weer de ouders van zijn geboren op Java, één van de eilanden van Indonesië. Zij kwamen naar Suriname om er te werken. “Toen mijn moeder dertien was, verhuisde ze naar Nederland.”

O'Fa - moksi meti
Marley Jane (11) gaat regelmatig met haar vader voor de bruine bonen met rijst naar oom Edgar die een Afro-Surinaams restau- rant heeft. “Dit gerecht is er alleen op vrijdag en zaterdag en dan moet je vroeg komen, anders is het op. Het is heel populair. Mijn oma kan het ook heel lekker klaar maken. Papa kookt het ook wel eens, maar dat is toch minder lekker dan hoe oma het maakt.” Andere Afro-Surinaamse gerechten zijn moksi meti en groenten als tajerblad.
“Ik heb gehoord dat tajerblad in het wild groeit, in de jungle van Suriname maar ook in de landen waar de slaven vandaan kwamen. Toen de tot slaaf gemaakten vluchtten van de plantages en probeerden te overleven in het oerwoud herkenden ze die groente.” Marley Jane hield laatst haar spreekbeurt over slavernij, maar ze kreeg geen informatie van haar vader. Die verdiept zich niet in de geschiedenis van zijn voorou- ders. Hij vindt dat het verleden voorbij is. "Mijn moeder heeft wel eens wat opgezocht over de geschiedenis. Ze vond op internet de plantage waar de achternaam van mijn vader voor het eerst werd gebruikt. Dat betekent dus dat mijn voorouders daar als slaaf hebben gewerkt. Ik zou er wel meer over te weten willen komen. Ik ben ook nog nooit in Suriname geweest, maar ik zou graag willen gaan.”

Rotihuis Maharadj - roti
Het liefst eet Destiny (11) een broodje kip-kerrie in het rotihuis van haar ouders. “Ik houd niet echt van roti. Thuis eten we meestal pasta en Hollandse stamppot, alleen doet m’n moeder daar wel knoflook en peper door. Dus het smaakt lekker pittig.” Roti is een ongerezen plat brood. Dit soort platte broden vind je ondertussen overal ter wereld. Maar ze werden voor het eerst gegeten in India waar ze chapati heten. Het recept van de pannenkoek reisde mee met de Hindoestanen die van India naar Suriname kwamen. In Suriname gingen ze andere kruiden en een ander deeg gebruiken en de Surinaamse roti is gevuld met gele split- erwten of aardappel. Roti eet je vaak met kousenband, een langgerekte peulsoort. Maar in Nederland gebruiken ze ook wel eens de kortere sper- zieboon. “Er zijn mensen die dat niet goed vinden, maar mijn moeder maakt thuis ook wel eens stamppot met paksoi in plaats van met andijvie. Je mag het toch eten zoals je zelf lekker vindt?
Destiny denkt dat al haar voorouders in Suriname zijn geboren. Maar haar moeder vertelt: “Ik heb een oude foto van mijn overgrootvader toen hij met de boot in Suriname aankwam. Hij had zo’n grote tulband op zijn hoofd en een lange Indiase jurk aan. Hij was hindoe en getrouwd met een moslima. Maar in die tijd was zo’n gemengde relatie gevaarlijk in India. Ze liepen het risico vermoord te worden en daarom verhuisden ze naar Suriname voor een veilige toekomst met hun gezin.”
Plaats als eerste een reactie