“Basemera is er! Kom lezen”, klinkt het in de vroege zaterdagochtend. Terwijl Basemera haar tas vol geleende boeken neerlegt, rennen er kinderen uit alle richtingen naar het schoolplein. Met z’n allen tillen ze houten bankjes van een klaslokaal naar de schaduw van de mangoboom.
Verzonnen verhalen
Staand voor zo’n tien leeftijdsgenoten slaat Basemera het eerste boek open en leest met luide stem om boven het verkeersgeraas uit te komen een verhaal over een haas en een olifant. “Veel kinderboeken gaan over dieren en zijn leerzaam en dat is belangrijk. Ik geloof dat je dan meer kans hebt om je examens te halen. Andere zijn verzonnen verhalen. Bijvoorbeeld ‘De Hongerige Hyena’. De boeken leen ik van buren. Na een uur samen lezen, neem ik de boeken weer mee naar huis en dan geef ik ze terug.”
Lang niet iedereen in de Ugandese hoofdstad Kampala heeft geld voor kinderboeken. De goedkoopste die in het land zelf zijn gemaakt, kosten zo’n twee euro. Veel van de kinderen die komen lezen, hebben het thuis niet breed. Vaak zijn hun ouders gevlucht uit buurlanden waar oorlog was, zoals Zuid-Sudan of de Democratische Republiek Congo.
Schoolreisje
Er is één grote bibliotheek in het centrum van de stad. “Ik ben daar een keer geweest, op schoolreisje.” Maar de anderen kennen het alleen uit verhalen. Ernaar toe reizen is duur, en er staan altijd enorme files in de stad met ruim 2 miljoen inwoners. “ Daarom is het handig dat ik met de boeken naar de kinderen kom en niet altijd op dezelfde plek. Ik wissel de locaties af zodat zoveel mogelijk kinderen kunnen meedoen. Mijn moeder is marktkoopvrouw. Ze verkoopt matoke, cassave en aardappelen. Maar ik wil later juf worden.”
Dit artikel verscheen ook in Kidsweek.
Plaats als eerste een reactie