Langs de straat staan lange rijen hoge bomen. Achter het groen liggen vrijstaande huizen met een grote auto op de oprit.
In Amerika neem je voor alles de auto. Fietsen doe je alleen voor je plezier, niet zoals in Nederland om naar je werk of naar school te gaan. Op de houten trap die van het huis naar de tuin leidt, zit Pearl met haar twee honden, Kima en Echo. Pearl (12) is gek op ze: “Voor Kima’s zevende verjaardag gaf ik een feestje. Ik maakte uitnodigingen met haar pootafdruk en bakte speciale hondenkoekjes. Voor Echo maak ik wel eens kleren, zoals een regenjasje.”
Rijk en arme buurten
Pearl woont in Oakland, een stad in de staat Californië, aan de westkust van Amerika. Net als in veel andere Amerikaanse steden zijn in Oakland de verschillen tussen arme en rijke buurten heel groot. In sommige wijken wonen mensen met veel geld, zij zijn vaak veel rijker dan rijke mensen in Nederland. In andere buurten is iedereen arm.
In arme buurten is het vaak ook gevaarlijk door drugshandel en inbraken. Pearls buurt is veilig. Haar ouders hebben een goede baan. Haar moeder werkt bij de universiteit en haar vader bij een ingenieursbedrijf.

Armoede
In Amerika leven meer dan zestien miljoen kinderen in armoede (één op de vijf van alle Amerikaanse kinderen).
Hun ouders werken vaak wel, maar ze verdienen heel weinig. Sommige vaders of moeders hebben daarom twee of drie banen om hun huis, boodschappen en schoolgeld te kunnen betalen. Ze werken van heel vroeg ‘s ochtends tot ’s avonds laat.
American dream
Je hoort wel eens dat het in Amerika niet uitmaakt waar je vandaan komt of wie je ouders zijn. Als je maar hard genoeg werkt, word je rijk en succesvol. ‘The American Dream’ heet dat. Maar de werkelijkheid is anders. Voor kinderen uit een arm milieu is het veel moeilijker om te bereiken wat ze willen dan voor kinderen van ouders met een goede baan. Het maakt veel uit in welke buurt je opgroeit, naar welke school je gaat en of je ouders tijd hebben om ’s avonds samen aan tafel te eten. Met een familie die je stimuleert bij huiswerk, sport en uziekles, krijg je meer kansen.
Dierenarts
Pearl weet daar alles van. Ze praat met haar vader en moeder aan tafel vaak over haar toekomst. “Ik weet al wat ik wil worden: dierenarts! Je werkt met dieren en je verdient een goed salaris,” legt ze uit terwijl ze haar slaapkamer laat zien, waarvan de muren behangen zijn met dierenposters. “Ik houd echt van alle soorten dieren, behalve van insecten. Maar ik moet eerst de middelbare school afmaken.” Na de brugklas gaat Pearl naar een andere school. “Dat is de beste middelbare school van de stad.”

Texas
Niet ver van Pearl woont Breana (10). Een paar weken nog, want Breana gaat verhuizen. Haar moeder kan de hypotheek van het huis niet meer betalen. Daarom gaan ze naar Texas, een staat ver weg in het zuiden van Amerika, waar de huizen veel goedkoper zijn. Breana heeft wel zin in de verhuizing: “Ik ben daar dichter bij mijn broers en zus. Die wonen er al.”
Breana’s vader woont ook in Texas. Hij is hertrouwd en heeft met z'n nieuwe vrouw ook kinderen. Deze familie ziet Breana niet vaak, want een vliegticket is duur. Zelfs benzine voor de dagelijkse autoritjes kan haar moeder niet altijd betalen. Toch zet ze alles op alles om Breana de kans te geven veel verschillende dingen te leren.
Robot
“Later wil ik wetenschapper worden,” vertelt Breana aan de keukentafel. “Bij de naschoolse wetenschapsclub maakten we laatst ieder een eigen monsterrobot! We programmeerden onze robot zo dat hij kan zingen en een lampje laat flitsen.”
Voor haar studie wil ze later naar Grambling, een goede universiteit met veel Afrikaans-Amerikaanse studenten. Breana's moeder studeerde er ook.
Vroeger mochten aan veel universiteiten geen zwarte Amerikanen studeren. Die discriminatie is sinds vijftig jaar verboden. Breana’s opa vertelt wel eens over de slavernij, nog langer geleden. “Hij liet me ook de katoenplantages zien waar toen slaven werkten.”

Jeugdkoor
Breana en Pearl zingen allebei bij het Oakland Jeugdkoor. Kinderen uit arme en rijkere gezinnen leren daar niet alleen zingen, maar ook hoe je samen kunt werken, met respect voor elkaar. “Van muziek maken en optreden, krijg je meer zelfvertrouwen,” vertelt Pearl. Ze zit in het concertkoor voor brugklassers. “We traden laatst op in New Orleans, aan de andere kant van het land. Dat was de eerste keer dat ik met het vliegtuig weg was zonder mijn ouders”. Breana zit in het basisschoolkoor. “Samen zingen maakt me heel vrolijk. Als het niet lukt in de wetenschap, dan word ik later zangeres!”
Door: Eva Schram
Plaats als eerste een reactie