Overslaan en naar de inhoud gaan
Interview

Rehema uit Khartoum: “Ik hoop dat ik snel naar huis kan” 

Meer dan honderdduizend Sudanezen zijn op de vlucht voor het geweld in de hoofdstad Khartoum. Sinds vorige maand vechten twee legers daar om de macht. ​​​​​​​Hoewel de legers afgelopen weekend voor het eerst met elkaar gepraat hebben, lijkt vrede nog ver weg. Rehema (11) kon terecht bij haar opa in het noorden van Uganda. "Ik hoop dat we snel terug naar huis kunnen."
Rehema vluchtte voor het geweld in Khartoum, de hoofdstad van Sudan.
Nicholas Kajoba

Rehema komt uit een buitenwijk van Khartoum. Straten van de hoofdstad zijn veranderd in een slagveld. “Het was niet de eerste keer dat ik geweerschoten hoorde, want er komen soms dieven om koeien of meel te stelen. Maar nu klonk het geknal aan één stuk door. Ik werd er echt doodsbang van”, vertelt ze. "Op de radio had ik gehoord dat het oorlog was." Veel mensen sloegen op de vlucht. 

Wachten

Ook Remeha's gezin pakte in alle haast wat kleren en jerrycans gevuld met water. “Ik kon mijn vrienden niet eens vertellen dat we vertrokken.” Langs de kant van een grote doorgaande weg wachtte Rehema met haar ouders net zo lang tot een vrachtwagenchauffeur ze mee wilde nemen naar het geboortedorp van haar moeder.

Zakken tarwemeel

“Die truck was helemaal niet geschikt om mensen te vervoeren en we zaten uren op harde zakken tarwemeel. We zaten met z’n tienen opgepropt, ook nog een ander onbekend gezin. Na zo’n vierentwintig uur rijden stapten die anderen uit in Juba, de hoofdstad van Zuid-Sudan. Daar zag ik heel veel vluchtelingen, ik herkende ze aan de matrassen die ze bij zich hadden. Er stapte een ander gezin in en zo reden we twaalf uur verder naar het dorp van opa in het noorden van Uganda. De vorige keer werd hier gevochten om koeien en vruchtbare grond. Dat vond ik toen ook heel eng. Maar nu is het hier veilig. Ik ben blij dat ik hier ben en niet in een vluchtelingenkamp wat kilometers verderop, want ik weet dat ze daar in de rij moeten staan voor eten en dat ze in tenten wonen." Hoewel de legers afgelopen weekend voor het eerst met elkaar gepraat hebben, lijkt een einde aan de strijd nog ver weg. Rehema: "Ik hoop dat de oorlog snel voorbij is en we weer terug naar huis kunnen.”

Dit artikel stond ook in Kidsweek

Plaats als eerste een reactie