Weeshuis
Ramin heeft een vrolijk gezicht met nieuwsgierige ogen. Van zijn pikzwarte haar maakt hij het liefst met gel een kuif. Twee jaar geleden maakte hij zich nog vaak zorgen over zijn leven. Hij woonde in een weeshuis in de hoofdstad Kabul, ver bij zijn moeder en opa vandaan. Zijn vader werd gedood in de oorlog toen hij nog een kleuter was. Ramin wist dat kinderen als hij niet veel kansen hebben. Maar hij had geluk. Toen een leraar ontdekte hoe zuiver Ramin een moeilijk Afghaans lied kon zingen, mocht hij naar de enige muziekschool in het land. “Vroeger was ik heel vaak bedroefd, maar sinds ik muziek maak is dat over.”
Paradijsje
Het ommuurde bruinroze schoolgebouw met hoge bomen in de tuin is een paradijsje in het overvolle en vervuilde Kabul. Omdat er regelmatig aanslagen zijn, fouilleren bewakers eerst iedereen die naar binnen gaat. Maar eenmaal in de school is het één en al muziek. Leerlingen sjouwen met instrumenten door de gang. Uit kleine lesruimtes komen de klanken van een piano, violen en een trompet. In een lokaal boven zingen tientallen kinderstemmen: “Ik houd van mijn land Afghanistan.”
Drummer
Dat jongens en meisjes samen les krijgen is in Afghanistan heel bijzonder. Maar niet iedereen vindt het goed. Drie meisjes zijn al van deze muziekschool gehaald. Hun families wilden toch niet dat meisjes muziek maken, en zeker niet samen met jongens. Ze werden kort daarna uitgehuwelijkt. Als de les voorbij is zegt Ramin dat hij klassieke muziek te sloom vindt. “Ik houd meer van pop en rock.” Met glanzende ogen kruipt hij achter het drumstel in de hoek. “Ik wil drummer in een rockband worden.”

Raar
“Mijn vrienden in het weeshuis moesten wel wennen. Toen ik net naar de muziekschool ging, vonden ze me maar raar. Maar nu vragen ze me vaak te spelen.” Hij doet voor hoe hij in het weeshuis soms met een lepel op tafel een ritme roffelt. Door de jarenlange oorlog en de Taliban die alle muziek verboden, was muziek in Afghanistan bijna verdwenen. Maar toen de Taliban de baas niet meer waren, durfden mensen hun instrumenten weer te laten horen. De moeder van Ramin die ver weg op het platteland woont, weet niets van muziek. “Maar toen ze me vorig jaar met het jeugdorkest op televisie zag, zei ze dat ze heel trots op me is.”
Blazen
Ramin laat de opslagruimte van de muziekschool zien. De kamer is tot aan het plafond toe gevuld met traditionele Afghaanse en westerse instrumenten. Musici uit allerlei landen stuurden violen, trommels en gitaren. De piano’s en de vleugels werden overgevlogen door de luchtmacht van buitenlandse legers. Even later zit Ramin flink te oefenen op de trompet, samen met anderen uit het blazersorkest. Zijn voet tikt de maat en hij vergeet zijn omgeving. Eén van de andere trompettisten is Meena (10). “Ik ben de beste van de meisjes,” zegt ze. Ze giechelt om haar eigen grapje. Er zijn in heel Afghanistan namelijk maar twee meisjes die trompet spelen.
In het kort:
• Veel Afghaanse kinderen zijn door de oorlog wees geworden.
• Door muziekles vergeten ze hun verdriet.
• Niet alle meisjes mogen muziek maken.
Reacties: 1