Tot slaaf gemaakten werden verkocht op slavenmarkten in Afrika en met schepen naar de plantages in het Caribisch gebied en Zuid-Amerika vervoerd. Zij werkten onder dwang voor een baas zonder dat ze daar geld mee verdienden. De slavernij duurde zo’n tweehonderd jaar. Elk jaar wordt herdacht én gevierd dat Nederland de slavernij in Suriname en op de Antillen afschafte op 1 juli 1863.