
Tempelbezoek
Boeddhisten bezoeken tempels wanneer ze willen, maar vooral op feestdagen en bij volle maan. Ze gaan er heen om te mediteren, te zingen, naar monniken te luisteren, te offeren of gebeden op te zeggen. De grootste boeddhistische tempel is de Borobudur op het Indonesische eiland Java.
Binnenkomst
Als boeddhisten een tempel binnen komen, dan vouwen ze bij wijze van groet hun handen samen, knielen en buigen drie keer voor het beeld van de Boeddha. De drie buigingen staan voor de drie sieraden Boeddha, Dharma en Sangha.
Offeren
Na de drie buigingen offert de boeddhist bloemen, kaarsen, wierook en voedsel. Hiermee toont hij of zij hun eerbied voor de Boeddha en hun dankbaarheid voor zijn leer. De boeddhist zweert trouw aan de Drie Sieraden en zegt de Vijf Voorschriften op.
Eten
Het eten dat in tempels wordt achtergelaten is bedoeld voor de monniken. Door het offeren kunnen boeddhisten een goed ‘karma’ krijgen. Je karma zijn de gevolgen van al jouw goede en slechte daden. Veel goede daden brengen je dichter bij de toestand van vreugde en vrede.
Gebedsvlaggen
Bij veel tempels, klooster en stoepa's zie je gebedsvlaggen hangen. Op deze gebedsvlaggen staan gebeden geschreven. De gebeden worden door de wind over de gehele wereld geblazen. Vaak zie je deze vlaggen ook op hoge plekken in het Himalaya gebergte hangen. Tibetaanse boeddhisten sturen de gebeden vanaf de hoogste plekken van de aarde over de hele wereld heen.


Stoepa
Stoepa
De as van Boeddha
Toen de Boeddha stierf is zijn lichaam gecremeerd. Zijn as werd vervolgens naar acht verschillende plekken gebracht. Hierop zijn toen acht stoepa's gebouwd. Stoepa's zijn dus de allereerste boeddhistische heiligdommen.
Keizer Asjoka
Keizer Asjoka, uit het oude India, heeft de as van de Boeddha later opnieuw verdeeld over verschillende plekken in India. Hierop werden toen nieuwe stoepa's gebouwd. Ook zijn er as en heilige teksten van andere belangrijke monniken gebruikt om stoepa's op te bouwen. Zo ontstonden veel stoepa's in heel Azië.
Kathmandu
De Bodnath stoepa net buiten de Nepalese hoofdstad Kathmandu, is één van heilige plekken van de boeddhisten. Volgens de legende ligt er onder deze stoepa een stuk bot van de Boeddha begraven.
De trap wordt bewaakt door bontgeschilderde stenen olifanten met berijders. De ogen van de Boeddha kijken je vanaf de koepel indringend aan.

Gebedsmolens
Boeddhisten draaien aan gebedsmolens als ze om een tempel of stoepa lopen. In deze gebedsmolens zitten rollen papier waarop duizenden gebeden geschreven staan. Door de gebedsmolens rond te draaien sturen de boeddhisten de gebeden de wereld in.
Rechtsom
Boeddhisten lopen altijd rechtsom rond een stoepa en draaien de gebedsmolens met hun rechterhand. Ze geloven namelijk dat ze rond de stoepa moeten lopen zoals de planeten om de aarde draaien. Tijdens het lopen wordt vaak de heilige mantra opgezegd.
Mantra
Tijdens het lopen om een stoepa zingen boeddhisten de heilige mantra ‘Om mani padme hoem’ (‘Eer aan het sieraad in de lotus').
Klooster


Woonplaats
Boeddhistische monniken en nonnen wonen in kloosters. Ze leiden een sober leven. Ze bestuderen heilige teksten, zingen, mediteren en helpen mee met de dagelijkse werkzaamheden in het klooster. Sommigen werken of onderwijzen in nabijgelegen dorpen.
Maaltijden
Als onderdeel van hun levensstijl gebruiken monniken maar twee maaltijden per dag. De eerste is 's morgens vroeg rond zeven uur en de tweede wordt rond twaalf uur 's middags gegeten. De maaltijden bestaan uit wat de plaatselijke bevolking aan de monniken geeft.
Bedelnap
In landen als Thailand zijn monniken afhankelijk van de lokale bevolking. Elke ochtend verlaten ze het klooster met hun bedelnap. De monniken mogen niet om eten vragen, maar de mensen geven graag rijst, groente en fruit. Door het schenken van voedsel hopen de mensen een goed karma te krijgen.

Monnikengewaad
Als jongen kun je op elke leeftijd naar het klooster. Je moet dan speciale kleren dragen. Naast je monnikengewaad mag een kloosterling maar een paar bezittingen hebben. Als de jongens twintig worden, leggen ze opnieuw allerlei geloften af. Daarmee treden ze pas definitief toe tot het klooster.