Overslaan en naar de inhoud gaan

Ontstaan

Het joodse volk bestaat uit de nakomelingen van de aartsvader Abraham.

Kanaän

Volgens joodse verhalen werd omstreeks 1813 voor Christus Abram geboren in Kanaän. Kanaän was het gebied waar nu zo’n beetje de landen Israël, Palestina en Libanon liggen. Dit stuk van de wereld wordt door joden als het Beloofde Land gezien. Abram trouwde met Sarai, maar ze konden geen kinderen krijgen. Het jodendom is begonnen op het moment dat Abram één god ging aanbidden in plaats van de vele goden die zijn vader vereerde. Deze god veranderde de namen Abram en Sarai in Abraham en Sara. Hij zorgde ervoor dat ze toch een zoon kregen: Isaak. Sara was toen negentig en Abraham honderd jaar. God vertelde Abraham dat zijn nakomelingen zouden regeren over het ‘Beloofde Land’. Abraham wordt gezien als de aartsvader van het Joodse volk.

Het Joodse volk

Het Joodse volk bestaat uit de nakomelingen van de aartsvader Abraham. De belevenissen van zijn kinderen en daar weer de kinderen van staan beschreven in verhalen in heilige geschriften. Heel bekend is het verhaal over Jozef die door zijn jaloerse broers als slaaf werd verkocht en in Egypte in de gevangenis belandde. Deze Jozef kon voorspellende dromen uitleggen. Hij deed dat ook voor de Egyptische koning. De farao vond Jozef zo slim, dat hij hem onderkoning maakte. Later kwamen de broers van Jozef ook naar Egypte en was de familie herenigd.

Slavernij

Joden geloven dat een nieuwe farao na de dood van Jozef zijn hele familie tot slaaf maakte. Ze mochten hun god niet meer aanbidden en ze waren gevangenen van de farao terwijl ze eigenlijk naar het Beloofde Land wilden. Hun god koos Mozes als nieuwe leider van het volk.

Vluchten

In de tijd van de Romeinen had het joodse volk weer een zware tijd. Hun tempel in Jeruzalem werd verwoest en veel joden werden tot slaaf gemaakt. Dat deden de Romeinen omdat ze de joden als gevaar zagen. De joden weigerden de Romeinse keizer te aanbidden en Romeins te worden. Zij wilden in hun eigen god blijven geloven en kwamen in opstand. Er waren ook joden die wisten te vluchten. Dit wordt wel met een moeilijk woord ‘diaspora’ genoemd. Joden verspreidden zich over heel Europa en vanaf de 17e eeuw ook in Noord- en Zuid-Amerika. Met sommige families ging het heel goed. Zij waren succesvol en hadden een fijn leven. Maar er waren ook joden die leefden in armoede en werden vervolgd. Maar vrijwel alle joden overal ter wereld kregen vroeg of laat te maken met discriminatie.

Tweede Wereldoorlog

Er waren door de eeuwen heen nogal wat mensen jaloers op het succes van joodse zakenlui en koopmannen. Anderen konden het niet respecteren dat het joodse volk een eigen religie had. Vooral als mensen het zelf moeilijk hebben, zoeken ze een zondebok: iemand die ze de schuld kunnen geven van hun eigen ongeluk. In de vorige eeuw was er een economische crisis en het was makkelijk om daar onder andere de joden de schuld van te geven. De Duitse dictator Hitler maakte hier misbruik van. Doordat hij haat wist te zaaien werden er onder zijn leiding tijdens de Tweede Wereldoorlog zo’n 6 miljoen joden in Europa vermoord in concentratiekampen.

In het Duitse werk- en vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau in Polen zijn ruim 1 miljoen mensen vermoord.
In het Duitse werk- en vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau in Polen zijn ruim 1 miljoen mensen vermoord.

De staat Israël

Na de Tweede Wereldoorlog drong tot veel mensen pas echt door wat voor verschrikkingen de joden al eeuwenlang hadden moeten doorstaan. Er klonken geluiden dat er een veilige plek voor hen moest komen. In 1947 adviseerden de Verenigde Naties dat Palestina in twee aparte staten moest worden verdeeld: een Joodse en een Arabische. De Arabische bevolking was het niet met deze plannen eens. Toch werd in 1948 de staat Israël uitgeroepen. Dit leidde tot allerlei oorlogen en conflicten tussen joden en Arabieren. Er zijn trouwens ook joden die niet achter deze plannen stonden. Zij vinden dat gewacht had moeten worden tot hun god hen zelf naar het Beloofde Land zou terugleiden.

Muur des tijds

De schepping:
God schept de wereld uit het niets in zes dagen. Hij maakt op de zesde dag een man en een vrouw.

2105 voor Christus: 
God zendt een vloedgolf over de wereld. Hij redt alleen Noach, zijn familie en de dieren in de ark.

1813 tot 1653 voor Christus: 
De joodse godsdienst begint met de geboorte van de familie van Abraham, zijn zoon Isaak en kleinzoon Jakob die ook wel Israël wordt genoemd.

1533 tot 1312 voor Christus:
Jozef wordt onderkoning in Egypte. Na zijn overlijden zijn de Israëlieten vanaf 1429 slaven in Egypte.

1313 voor Christus
Mozes leidt het volk van de Israëlieten uit Egypte.

De Israëlieten vluchten uit Egypte.
De Israëlieten vluchten uit Egypte.

1313 voor Christus: 
God geeft Mozes de Tien Geboden. De Israëlieten maken een gouden kalf en aanbidden dit als hun god. Voor straf moeten ze 40 jaar door de woestijn trekken.

1313 tot 1273 voor Christus:
De Israëlieten zwerven door de woestijn. Mozes sterft en zijn zoon Jozua wordt de nieuwe leider.

837 voor Christus: 
God geeft de joodse koning Salomo toestemming om een tempel in Jeruzalem te bouwen.

827 voor Christus: 
De eerste tempel is klaar. Koning Salomo wijdt hem in met grote feesten.

423 voor Christus: 
De eerste tempel wordt verwoest door de Babyloniërs. De meeste joden worden meegenomen als slaven.

61 voor Christus: 
De Romeinen bezetten Israël en willen dat het joodse volk hun keizer vereert.

70 na Christus:
De Romeinse keizer Titus laat de tweede tempel verwoesten. Er zijn vreselijke gevechten waarbij 1 miljoen joden sterven.

134 na Christus: 
De Romeinen verwoesten grote delen van Israël. Veel joden worden slaaf, andere joden vluchten.

475 na Christus:
De Talmoed wordt voltooid. Dit is het joodse geschrift waarin alle wetten en voorschriften uit de Tora worden uitgelegd.

1290 tot 1496 na Christus: 
In Europa worden veel joden vervolgd en gedood omdat ze geen christen willen worden.

1481 tot 1492 na Christus: 
De Spaanse inquisitie geeft de joden de keuze tussen het christendom of de dood.

1648 na Christus: 
De kozakken vermoorden in Polen en Rusland vele duizenden joden.

1654 na Christus: 
De eerste joden vestigen zich in Amerika.

1881 tot 1905 na Christus:
In deze periode vluchten veel joden uit het oosten van Europa. In landen als Polen en Rusland worden ze gruwelijk vervolgd.

1939 tot 1945 na Christus: 
Tijdens de Tweede Wereldoorlog worden er zes miljoen joden vermoord door nazi’s onder leiding van de Duitse dictator Hitler.

1948 na Christus:
Op 14 mei 1948 wordt de staat Israël gesticht. Joden van over de hele wereld trekken naar het nieuwe land.

1989 na Christus: 
Het ‘IJzeren Gordijn’ tussen Oost- en West-Europa valt. Hierdoor kunnen tienduizenden Oost-Europese joden verhuizen naar Israël.

1948 – heden
Vanaf 15 mei 1948 zijn er conflicten en oorlogen tussen Israël en Arabische buurlanden en het Palestijnse volk.

Door de strijd in het Midden-Oosten verliezen heel veel mensen hun werk, huis of leven.
Door de strijd in het Midden-Oosten verliezen heel veel mensen hun werk, huis of leven.