“Deze is lekker sappig,” zegt de opa van Xin Ya (9) terwijl hij een grote pomelo schilt. Xin Ya neemt een partje en zegt met volle mond: “Pomelo’s, appels en mijn vrienden zijn het fijnste in dit dorp.” Een pomelo lijkt op een grote grapefruit, alleen smaakt-ie zoet. In de boomgaard van opa groeien deze vruchten volop. Vroeger was hij taxichauffeur, maar nu is hij te druk met de vier kleinkinderen die bij hem in huis wonen.
Geen werk
Miljoenen ouders wonen en werken in de stad, terwijl ze hun kinderen achterlaten op het platteland. In de kleine dorpen is namelijk geen werk. Er zijn wel boeren die dieren houden en groente verbouwen, maar die blijven vaak arm. In de steden zijn fabrieken waar producten worden gemaakt voor het buitenland. Dit betekent werk voor plattelandsbewoners. Zij verhuizen daarom naar de steden die daardoor maar blijven groeien en groeien.


Geluk of pech
De kinderen van deze nieuwe fabrieksarbeiders kunnen niet mee. Omdat ze niet in de stad geboren zijn, moeten hun ouders betalen voor een school in de stad. Alleen in hun geboortedorp kunnen kinderen gratis naar school en de huisarts. Veel ouders laten hun kinderen daarom achter bij familie. Xin Ya (9) heeft geluk. Haar opa en oma zorgen goed voor haar. “Al vanaf dat ik twee was.”
Er zijn ook kinderen die aan hun lot worden overgelaten. Zij moeten voor zichzelf en soms ook voor hun broertjes en zusjes zorgen. “Kom, ik laat je onze achtertuin zien. De bananenbomen zijn niet van ons. De eenden wel. Die gaan we een keer opeten," lacht Xin Ya.
Brandblussers
Weer binnen vertelt Xin Ya: “Mijn oma slaapt met mij, mijn twee nichtjes en mijn neefje op de eerste etage en mijn opa slaapt op de etage erboven.” Op de tussenverdieping hangt was te drogen en daar staat ook Xin Ya’s roze bureautje. Dat heeft haar moeder voor haar gekocht. “Mijn opa en oma zorgen ook voor de drie kinderen van mijn oom.” Xin Ya gaat aan haar bureautje zitten. “Mijn moeder verkoopt brandblussers en andere producten voor brandveiligheid. Hoe meer ze verkoopt, hoe meer ze verdient.”

Lekker eten
“Ik zie mijn moeder een paar keer per jaar. Als ik mijn moeder mis, mag ik haar bellen met opa’s telefoon. Kijk, dit is mijn moeder.” Xin Ya laat een foto zien op haar opa’s mobieltje. “Mijn moeder koopt in de stad ook mooie kleren voor mij. Ze heeft een goede smaak.” Dat kun je wel zien. Met haar rode jas en skinny jeans, ziet Xin Ya er hipper uit dan de buurkinderen. “Ik wil later graag in de stad wonen, bij mijn moeder. Xiamen is een mooie stad, meer dan honderd kilometer hier vandaan. Je komt er via de tolweg. Ik ben er drie keer geweest. Het eten is er ook heel lekker. Alleen zou ik dan wel mijn vrienden missen.”
Lees hier meer over kinderen in China:
Door: Emilie Hudig
Plaats als eerste een reactie