Die vrede kwam niet vanzelf. Eerst stemde de Colombiaanse bevolking ‘nee’ tegen het vredesakkoord met de belangrijkste rebellengroep FARC. Deze rebellengroep, die zich verstopte in de dichte jungle, begon in 1964 als een beweging die de arme Colombiaanse boerenbevolking wilde helpen. Ze wilden een eerlijke verdeling van rijkdom en grond. Maar de FARC groeide uit tot een gewelddadige groep die aanslagen pleegde, mensen ontvoerde en in drugs handelde.
Vrede
In de vredesovereenkomst stond eerst dat de rebellen hun wapens zouden inleveren en dat de FARC daarna verder zou mogen als politieke partij. En dat sommige rebellen een lagere straf zouden kunnen krijgen als ze een goede getuigenis zouden afleggen. Vooral op die laatste twee onderdelen hadden de nee-stemmers veel kritiek. Zij zien de FARC-rebellen als oorlogsmisdadigers en vinden dat je misdaad beloont als je hen politieke macht en strafvermindering gaat geven.
Drugsbendes
De FARC en de regering gingen opnieuw praten en er kwam een nieuw akkoord dat het parlement goedkeurde. Maar er is nog steeds veel geweld in het land, ook al heeft de FARC nu de wapens neergelegd en houden ze zich niet meer bezig met drugshandel. Zo zijn de paramilitairen waarmee de regering al veel eerder een akkoord sloot, nog steeds actief. Volgens FARC willen zij wraak nemen voor de oorlog en houden zij zich nu bezig met de handel in cocaplanten. En dan is er nog het geweld van de drugsbendes.
Plaats als eerste een reactie